Buitenlandbeleid: De respons op een kantelende wereldorde

dinsdag 21 oktober 2025, 9:15, mw Laurien Crump

De wereldorde is de afgelopen twee jaar in rap tempo aan het kantelen, de defensie-uitgaven worden flink opgeschroefd, in Nederland namen honderdduizenden mensen deel aan de Gazaprotesten en de spanningen over Gazabeleid leidden tot de val van een reeds gevallen kabinet. Ondanks dat lijkt het buitenlandbeleid zoals gebruikelijk een ondergeschikte rol te spelen in de verkiezingscampagnes.

In het RTL-televisiedebat van zondagavond 19 oktober werden wonen, migratie en zorg als de drie belangrijkste thema’s belicht. Er valt op het gebied van buitenlandbeleid echter wel degelijk wat te kiezen. Dat komt met name door de manier waarop en de mate waarin de grootste partijen de veranderingen op geopolitiek niveau meewegen. In dit artikel worden die verschillen geanalyseerd, aan de hand van de verkiezingsprogramma’s van de partijen die volgens de huidige peilingen tot de vijf grootste behoren (PVV, CDA, GroenLinks-PvdA, D66 en de VVD).

Oekraïne

Op het gebied van Oekraïne is de overeenstemming het grootst. Alle partijen in kwestie zijn het erover eens dat Rusland de agressor is en Oekraïne volop gesteund moet blijven worden. Zelfs de PVV heeft steun aan Oekraïne expliciet opgenomen in het verkiezingsprogramma in tegenstelling tot het PVV-programma uit 2023. Wilders gaat nog een aanzienlijke stap verder dan voorheen door de NAVO “de hoeksteen van ons defensie- en veiligheidsbeleid” te noemen en daarmee het atlantisme dat al tijdens de Koude Oorlog hoogtij vierde te omarmen. Volgens de PVV moet Turkije echter uit de NAVO – een vanuit PVV-perspectief logische, doch irreële maatregel, die vooral voor de bühne lijkt te zijn – en volgens GroenLinks-PvdA en de VVD moet Oekraïne er juist in.

D66 formuleert het iets omslachtiger, door “verdere integratie” van Oekraïne in de NAVO te bepleiten, terwijl het wel expliciet een Oekraïens lidmaatschap van de EU voorstaat. Ook over hogere defensie-uitgaven is de eensgezindheid opvallend, al noemt de PVV de hogere NAVO-norm niet expliciet en is er onenigheid over waar het geld vandaan moet komen. In het RTL-verkiezingsdebat van 12 oktober bleek dat de “vrijheidsbijdrage” van het CDA een eufemisme was voor een belastingverhoging om de defensie-uitgaven te dekken, terwijl GroenLinks-PvdA de kosten tot 2030 had doorberekend in plaats van 2035, zoals afgesproken binnen de NAVO.

Verenigde Staten

Wat betreft de verhoudingen met de Verenigde Staten tonen de verkiezingsprogramma’s in verschillende mate een opmerkelijke breuk met het verleden. Terwijl alle traditionele partijen concluderen dat Nederland en Europa minder afhankelijk moeten worden van de Verenigde Staten, zijn GroenLinks-PvdA en D66 het meest expliciet in hun afkeer van de huidige president. Waar GroenLinks-PvdA Trumps “voorliefde voor autocraten en zijn afkeer van de EU” hekelt, stelt D66 zelfs dat “Amerika een president [heeft] die de waarden van onze liberale democratie niet deelt en het internationaal recht aan zijn laars lapt”. Het is een opvallende breuk met het traditionele atlantisme van Nederland, dat zich historisch als loyale bondgenoot van de Verenigde Staten positioneert. Het verklaart ook waarom het strategisch belang van een goede verhouding met het Verenigd Koninkrijk in al die verkiezingsprogramma’s expliciet genoemd wordt.

Verder zijn de reacties op de ontwikkelingen in de VS juist heel verschillend. Het PVV-standpunt over het afschaffen van ontwikkelingssamenwerking ligt in de lijn van het huidige Amerikaanse beleid – al worden de VS nergens genoemd. Ook de VVD gaat op de meer populistische en Amerikaanse tour door te benadrukken dat “het belang van Nederland op 1 [staat]” en dat het buitenlandbeleid daarom “realistisch” in plaats van “moralistisch” moet zijn. Het blijft onduidelijk hoe dit zich verhoudt tot de constatering in hetzelfde verkiezingsprogramma dat “het internationaal recht in rap tempo afbrokkelt”. In het PVV-programma is internationaal recht noch in theorie, noch in praktijk een ambitie: Wilders ambieert Trumpiaanse doelen, zoals dat Nederland zich zou moeten terugtrekken uit het Internationaal Strafhof.

Internationaal recht en Gaza

D66, GroenLinks-PvdA en het CDA stellen zich expliciet op als pleitbezorgers van internationaal recht, terwijl dat begrip ook in het verkiezingsprogramma van de VVD überhaupt niet voorkomt. Daarnaast volgen GroenLinks-PvdA en D66 de wetenschappelijke en juridische consensus door expliciet te spreken van ‘genocide’ in Gaza1) en pleiten beide partijen voor erkenning van Palestina. Het CDA poogt duidelijk een breder palet aan kiezers tevreden te stellen door “het onvoorstelbare leed van de Palestijnse bevolking” expliciet te benoemen, maar verwijzingen naar genocide achterwege te laten en Palestina alleen onder bepaalde voorwaarden te erkennen.

Het PVV-verkiezingsprogramma kenmerkt zich door de gebruikelijke formuleringen over onvoorwaardelijke steun aan Israël en het Trumpiaanse voorstel om de Nederlandse ambassade in Israël naar Jeruzalem te verplaatsen. In het VVD-programma worden het inzetten van “honger als oorlogswapen” of het “verhinderen van humanitaire hulp” weliswaar als “onacceptabel” gezien en wordt “het handelen van de Israëlische regering (…) uiterst kritisch” bekeken, maar het Palestijnse volk wordt nergens genoemd en Yeşilgöz gaf in het RTL-debat op 12 oktober aan Netanyahu te willen ontmoeten ondanks het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof. Dat leidde tot scherpe kritiek van Timmermans (GroenLinks-PvdA), terwijl Jetten (D66) de VVD “smoesjes” verweet over het niet erkennen van de Palestijnse staat.

Conclusie

Al met al valt op dat de VVD ook op het vlak van de buitenlandse politiek steeds meer op de populistische tour gaat, terwijl de PVV met haar Oekraïne-standpunt op het vlak van Europese veiligheid juist iets minder radicaal is geworden. Ondertussen lijken D66 en GroenLinks-PvdA het meeste rekenschap af te leggen van de kantelende wereldorde, door expliciet afstand te nemen van Trump en de oorlogen in Gaza en Oekraïne langs dezelfde meetlat te leggen. Het CDA houdt ook op het gebied van buitenlandbeleid zijn opties open door op de heikele punten niet al te expliciet stelling te nemen, terwijl het zich qua aandacht voor het mondiale zuiden, ook in multilaterale organisaties, juist richting GroenLinks-PvdA beweegt. Terwijl de PVV sowieso al door de andere vier partijen wordt buitengesloten, lijkt ook de kloof met de VVD steeds moeilijker te overbruggen waar het buitenlandbeleid betreft.


Laurien Crump is onderzoeker en buitenlandexpert aan het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen

Deze bijdrage stond in