N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De Europese Unie
De Europese Unie (EU) is zelden een prominent thema in campagnes voor de Tweede Kamerverkiezingen. Maar welk thema ook aan de orde is, de EU speelt daarin een cruciale rol – van klimaat tot veiligheid en migratie. Bovendien gaan de verkiezingen mede bepalen wie ons vertegenwoordigen in de EU. Alle reden dus om de Europaparagrafen van de verkiezingsprogramma’s door te lichten. Wat zeggen die ons over hoe de partijen de EU voor zich zien?
De plaats van de Europaparagrafen in de verkiezingsprogramma’s is veelzeggend. De tijd dat de EU hoofdzakelijk draaide om markt en handel ligt achter ons, zodoende scharen veel partijen de EU onder een hoofdstuk over internationale veiligheid. Dit betekent ook dat beleidsterreinen waarop de EU bijzonder actief is, zoals milieu, landbouw, klimaat en migratie, buiten deze beschouwing vallen.
Internationale veiligheid
Op defensiegebied bepleiten veel partijen nauwere EU-samenwerking. Hier valt al snel het ‘L-woord’: een Europees leger. Volt en D66 komen met voorstellen hiervoor; BBB, JA21 en SP spreken zich ertegen uit – al maken ze niet duidelijk wat ze daaronder verstaan. GroenLinks-PvdA bepleit verdere integratie van krijgsmachten, al blijft de inzet ervan een nationale bevoegdheid. Net als CDA en ChristenUnie bepleit de partij bovendien de ontwikkeling van een Europese defensie-industrie, met gezamenlijke ontwikkeling en inkoop van materieel.
Een heet hangijzer dat hiermee samenhangt is het gewraakte veto. EU-besluitvorming over buitenlandbeleid gaat op basis van unanimiteit, waardoor lidstaten als Hongarije het aannemen van sanctiepakketten tegen Rusland kunnen frustreren. De PVV, JA21, SP en BBB maken zich hard voor het behoud van het veto en de inzet ervan om nationale belangen te dienen. Het CDA wil het daarentegen afschaffen. GroenLinks-PvdA bepleit het afschaffen van veto’s op meer terreinen als belastingen, terwijl Volt geheel van het vetorecht af wil. Hetzelfde lijkt voor D66 het geval.
Verdieping, uitbreiding en hervorming
Waar het aankomt op Hongarije en andere staten die de democratie en rechtsstaat geweld aandoen, willen verschillende partijen strengere maatregelen. VVD, CDA, GroenLinks-PvdA, NSC en Volt willen van zulke lidstaten de financiële ondersteuning en het stemrecht intrekken. D66 wil bovendien dat deze landen geen EU-voorzitter kunnen worden.
De rechtsstaat is ook een punt van aandacht in de toetredingsprocessen. Met name de VVD wil dat kandidaat-lidstaten als Servië niet straffeloos Europese sancties tegen Rusland kunnen blijven ondermijnen. Net als GroenLinks-PvdA, D66, Volt en ChristenUnie is de VVD voor toetreding van staten van de Westelijke Balkan, Oekraïne en Moldavië tot de EU indien zij voldoen aan de criteria. DENK, BBB en NSC zijn terughoudender, net als de SP, die referenda wil over toetreding. De PVV keert zich tegen elke vorm van uitbreiding.
Hier staat ook het democratische gehalte van de EU ter discussie. Zoals te verwachten heeft Volt hier het meest ambitieuze plan: een federaal Europa, waarin de Commissie en de Raad plaatsmaken voor een verkozen Europese regering en een Europese senaat, geflankeerd door een Europees Parlement met initiatiefrecht. D66 wil dat Europeanen de Commissievoorzitter rechtstreeks gaan kiezen en dat het Europees Parlement individuele Commissarissen kan wegsturen. De SP wil ook democratisering van de EU, met meer bevoegdheden voor het Europees Parlement en de lidstaten. Een nieuw verdrag dat dit vastlegt moet in een referendum voorgelegd worden aan de bevolking.
Hier tegenover staan de partijen die zich verzetten tegen het beeld van de EU als een superstaat in wording. NSC toont zich scherp waar het aankomt op de behandeling van EU-voorstellen in de Tweede Kamer. De partij wil, net als BBB, dat de Kamer een actievere en invloedrijkere rol speelt in het Europese wetgevingsproces. PVV, BBB en JA21 willen bevoegdheden kunnen terughalen van de EU. FVD is de enige partij die pleit voor volledige uittreding uit de EU en de euro – in plaats daarvan wil de partij toetreding tot de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA).
Investeren of korten
Een vergelijkbaar beeld ontstaat rond het vraagstuk van de EU-begroting. Op Europees niveau zijn de debatten over de meerjarenbegroting vanaf 2028 al in volle gang. Een nieuwe Nederlandse regering zal zich daarin gaan mengen en stelling moeten nemen op een aantal controversiële thema’s. Met name op het thema van gezamenlijke Europese leningen is in Europa een en ander aan het schuiven.
Zo ook bij Nederlandse partijen: Volt, D66, PvdD en GroenLinks-PvdA spreken zich uit voor zogeheten ‘eurobonds’ om onder meer de energietransitie aan te jagen. D66 wil zelfs de omvang van de EU-begroting verdubbelen. Het CDA creëert een opening voor eurobonds in noodsituaties, zoals tijdens de coronapandemie het geval was. Uitgesproken tegenstanders zijn NSC, SGP, JA21, ChristenUnie, BBB, PVV en SP. Zij willen ook de EU-begroting begrenzen, waar ook de VVD voor pleit, of zelfs wil terugdringen. Bij JA21 zijn Europese investeringen in bredere zin taboe: de partij keert zich tegen plannen voor Europese industriepolitiek. Samen met SGP, BBB zet de partij bovendien in op deregulering.
Opvallend zijn de alternatieve visies die PvdD en BIJ1 presenteren op de Europese begroting, waarbij de miljarden landbouwsubsidie worden ingezet voor de transitie naar een agro-ecologisch en plantaardig voedselsysteem.
Handel en digitalisering
In een verhardend internationaal handelsklimaat zien de meeste partijen de EU als een baken van vrijhandel. Het handelsverdrag met de Zuid-Amerikaanse Mercosur-landen is hier een concreet voorbeeld. Zo scharen CDA, VVD, D66, JA21 en NSC zich zonder voorbehoud achter ratificatie van dit verdrag. GroenLinks-PvdA stelt dat het sociale en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden onvoldoende bevordert; PvdD en SP zijn om die reden tegen. BBB ziet het andersom: als een verdrag dat oneerlijke concurrentie met Nederlandse boeren in de hand werkt.
Een onderwerp dat in deze campagne nauwelijks aandacht krijgt, maar verschillende partijen wel agenderen in de Europaparagrafen, is digitale technologie. Verschillende partijen zien in de EU het aangewezen forum om een antwoord te bieden op de dominante positie van Amerikaanse en Chinese techbedrijven. Volt, GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en de VVD bepleiten een versterking van de Europese digitale infrastructuur, waaronder Europese clouddiensten. GroenLinks-PvdA stelt bovendien voor om techbedrijven op te knippen en niet-Europese techproducten en diensten te belasten. Met Volt pleiten de partij voor een Europees tech-investeringsfonds.
Koen van Zon is onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen.