N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Als partijen naar believen schermen met de rechtsstaat, neemt het rechtsstatelijk bewustzijn in de samenleving niet toe
In De Hofvijver van 20 oktober constateerden Bas Pasterkamp en Joost Sillen dat er verschillende visies op de rechtsstaat in de partijprogramma’s circuleren. Zij spreken van een sociale, institutionele en veiligheidsdimensie van de rechtsstaat, waarvoor partijen meer of minder aandacht hebben. In een analyse van tien partijprogramma’s die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vrijdag 17 oktober publiceerde, constateerden we iets vergelijkbaars.1) Partijen verschillen niet alleen in hun visie op wat nodig is om de rechtsstaat te beschermen – en óf dat wel nodig is –, maar ook in hun visie op wat de rechtsstaat in wezen is. Het belangrijkste contrast dat wij vaststelden, betrof bezorgdheid over de liberale rechtsstaat en bezorgdheid over de rechtsorde.
Als we het erover eens zijn dat de essentie van de rechtsstaat is dat deze burgers beschermt tegen machtsmisbruik en willekeur door de overheid,2) en dat de basisprincipes a) van de liberale rechtsstaat die dit moeten borgen, ook in Nederland steeds vaker politiek en bestuurlijk onder vuur worden genomen,3),4) dan zou dit partijen moeten bewegen tot beleid ter bescherming van de liberale rechtsstaat. Alle partijprogramma’s die we bestudeerden, ook degene die behoorlijk rood scoren op de rechtsstatelijke toets door Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) (2025), expliceren of impliceren namelijk dat de rechtsstaat een waardevolle verworvenheid is. Zes van de tien programma’s bevatten intenties om de liberale rechtsstaat, en daarmee burgers tegen de overheid, te beschermen (CDA, D66, GL-PvdA, NSC, PvdD, SP). De overige vier vatten de rechtsstaat uitsluitend op als rechtsorde (BBB, JA21, PVV, VVD), waarin burgers moeten worden beschermd tegen intolerantie vanuit de islam, criminele ondermijning (ook CDA, D66, GL-PvdA, NSC, PvdD, SP) en/of buitenlandse inmenging (ook CDA, GL-PvdA, NSC).
Gezien de uitdagingen waarvoor de liberale rechtsstaat staat, is het een gemiste kans om er geen aandacht aan te besteden. Niet alleen een gemiste kans voor het beschermen van de rechtsstaat zelf, maar ook voor de bijdrage die partijen hadden kunnen leveren aan het rechtsstatelijk bewustzijn onder de bevolking. Want dat is nodig. We weten uit onderzoek dat veel mensen losjes omgaan met belangrijke rechtsstatelijke principes. Gelijke rechten en controle op de macht leggen het geregeld af tegen daadkracht en de wil van de meerderheid.5), 6), 7) De rechtsstaat wordt door een aanzienlijke groep burgers instrumenteel in plaats van principieel gewaardeerd: prettig zolang hij meewerkt.
We hebben daarom een sterkere rechtsstatelijke cultuur nodig dan de cultuur van vanzelfsprekendheid die lange tijd in Nederland heerste. Mensen moeten beter begrijpen waartoe de liberale rechtsstaat en zijn instituties dienen, en waarom dat belangrijk is. Burgerschapsonderwijs, inmiddels verplicht in het basis- en voortgezet onderwijs, is daarvoor een belangrijke bouwsteen, maar niet afdoende. Politici hebben een invloedrijke stem. Vele van hen gebruiken deze ook om het belang van de liberale rechtsstaat te benadrukken. Maar zij leggen lang niet altijd uit waarom deze van belang is.
Dat zien we ook in de partijprogramma’s. Van de zes partijen die zich zorgen maken over ondermijning of disfunctioneren van de liberale rechtsstaat, nemen er drie de ruimte om kiezers ook te informeren over de essentiële functie die de rechtsstaat voor hen vervult (CDA, GL-PvdA, PvdD). De andere drie (D66, NSC, SP) verwijzen naar de liberale rechtsstaat als een belangrijk, maar vanzelfsprekend argument om maatregelen voor te stellen, waarmee nut en noodzaak als bekend worden verondersteld. Dat iets belangrijk is vanwege de rechtsstaat, of omdat het in de Grondwet staat, informeert of overtuigt mensen niet van de waarde van de rechtsstaat. Dit kan zelfs het beeld van de rechtsstaat als ‘sta in de weg’ bevestigen. Lees vooral de column van Floor Rusman in NRC van zaterdag 18 oktober,8) die dit punt ook onder de aandacht bracht, eloquenter en helderder dan een SCP-onderzoeker zou kunnen.
Door de rechtsstaat in te vullen als rechtsorde en maatschappelijke veiligheid centraal te stellen, zoals BBB, JA21, PVV en VVD in hun programma’s doen, en niet uitleggen wat daarbij de rol van de rechtsstaat is, wordt mensen inzicht in de waarde van de rechtsstaat onthouden, en neemt de begripsverwarring alleen maar toe. Als partijen de rechtsstaat gebruiken zoals het hun het beste uitkomt, er selectief uit winkelen, of er in alle ironie antirechtsstatelijke maatregelen mee verkopen, zorgt dat voor stevige ruis op de lijn. Zolang mogelijke coalitiepartners de gelederen niet sluiten over het wezen en het belang van de liberale rechtsstaat, hoeven we ook niet te verwachten dat burgers voor de rechtsstaat op de bres springen. Uiteindelijk is dat wat die rechtsstaat overeind houdt, want antirechtsstatelijke krachten worden meestal op democratische wijze door kiezers in het zadel geholpen.9), 10)
Natuurlijk zijn verkiezingsprogramma’s niet het enige, en zeker niet het belangrijkste kanaal waarmee partijen met ‘de mensen thuis’ communiceren. Wel bieden ze partijen zeldzame ruimte om hun visie in alle rust uit de doeken te doen, iets waarvoor ze op X of op tv de kans niet krijgen. Meer partijen zouden in woord en daad moeten uitdragen waarom de rechtsstaat niet slechts een abstract stokpaardje van juristen en politici is, maar relevant is in ieders leven. Het liefst vaker, maar op z’n minst in campagnetijd.
Lonneke van Noije is senior wetenschappelijk medewerker van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
a)Waarmee we doelen op legaliteit, scheiding der machten, klassieke grondrechten en onafhankelijke rechtspraak.
Referenties
-
1)Noije, L. van en J. den Ridder (2025a). Democratische Rechtsstaat. In: Huijnk et al. (red), Kwesties voor het kiezen: Een sociaal-maatschappelijke analyse op de verkiezingsprogramma’s 2025, p. 57-66. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
2)Staatscommissie rechtsstaat (2024). De gebroken belofte van de rechtsstaat. Tien verbetervoorstellen met oog voor de burger. Den Haag: Staatscommissie rechtsstaat.
-
3)V-Dem Institute (2025). Democracy report 2025. 25 Years of Autocratization – Democracy Trumped? Gothenburg: University of Gothenburg.
-
4)Waal, T. de (2025). De democratische rechtsstaat in de gevarenzone. In: Tijdschrift voor beleid politiek en maatschappij, jg. 52, nr. 2, p. 85-87.
-
5)Wonderen, R. van (2022). Democratisch bewustzijn in Nederland. Tweede meting. Utrecht/Amsterdam: Verwey Jonker Instituut en Anne Frank Stichting.
-
6)Noije, L. van en J. den Ridder (2024). Burgers over democratie en rechtsstaat. Kennisnotitie voor de Staatscommissie Rechtsstaat. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
-
7)Noije, L. van en J. den Ridder (2025). Steun voor de rechtsstaat, zolang hij meewerkt. In: Tijdschrift voor beleid politiek en maatschappij, jg. 52, nr. 2, p. 105-122.
-
8)Rusman, F. (2025). Rechtsstaatverwarring (column). In: NRC van 18 oktober 2025, p. 2.
-
9)Honingh, M. en C. van Ham (2024). Verkenning en verdieping democratische erosie en respons in Nederland, Nijmegen: Institute for Management Research (Radboud Universiteit).
-
10)Levitsky, S. en D. Ziblatt (2018). How democracies die. New York: Crown.