Bulgarije: Europa’s ‘minst gewilde partner’ aan het roer

maandag 29 januari 2018, 12:00
gewijzigd, analyse van dhr Jurgen Broeders

Als tijdelijk voorzitter van de Europese Unie spant Bulgarije zich in om de westelijke Balkanlanden een Europees perspectief te bieden. Maar bovenal grijpt Bulgarije zijn positie aan om zelf als volwaardig EU-lid erkend te worden. Voorlopig wordt het vooral om de oren geslagen met rapporten over corruptie.

Accenten

Sinds 1 januari is Bulgarije een half jaar voorzitter van de Europese Unie, een wisselende rol waarbij lidstaten op toerbeurt de vergaderingen van de Raad van Ministers voorzitten. Bulgarije vervult deze rol voor het eerst sinds het in 2007 toetrad tot de Europese Unie.

De echt belangrijke beslissingen binnen de EU worden genomen in de Europese Raad. Die wordt niet door de tijdelijk voorzitter voorgezeten, maar door de vaste voorzitter Donald Tusk. Toch kan een lidstaat als wisselend voorzitter accenten zetten. Een van de prioriteiten van Bulgarije is het vlot trekken van het toetredingsproces van de westelijke Balkanlanden. Sofia wil landen als Albanië, Macedonië, Montenegro en Servië een duidelijk Europees perspectief bieden.

Sofia vindt dat er de laatste jaren te weinig aandacht is geweest voor de regio aan de oostgrens van de Unie. Perspectief op toetreding van de landen is niet gegeven, mede door uitbreidingsmoeheid in West-Europa en problemen in de Balkan zelf. Landen als Rusland en China proberen ondertussen in dat vacuüm te springen. Hoewel Jean-Claude Juncker aan het begin van zijn periode als Commissievoorzitter stellig zei dat uitbreiding de komende jaren niet aan de orde is, steunt hij het streven van Bulgarije. Vorig jaar al noemde hij 2025 als streefdatum voor toetreding van Servië en Montenegro.

Door een Balkantop die Bulgarije in mei organiseert, staat uitbreiding in ieder geval weer prominent op de agenda. Het is de vraag of de andere EU-lidstaten daar ook op zitten te wachten.

Bulgarije als volwaardige lidstaat?

Net als elke lidstaat die het voorzitterschap bekleed, grijpt ook Bulgarije de gelegenheid aan om zichzelf positief op de kaart te zetten. Dat is nog niet eenvoudig voor een land dat binnen de EU vooral bekend staat als achtergesteld en corrupt, ook meer dan tien jaar na EU-toetreding nog. De denktank ECFR, European Council on Foreign Relations, noemde Bulgarije Europa’s ‘minst gewilde partner’.

Er worden culturele evenementen georganiseerd en paard en wagen zijn tijdens het voorzitterschap uit de staten van Sofia verbannen. Belangrijker is uiteraard dat de Bulgaren hun plek binnen de Schengen- en eurozone proberen op te eisen. Binnen een half jaar wil de Bulgaarse regering de toetreding tot de eurozone in gang zetten, zo kondigde premier Bojko Borissov al meteen begin januari aan. Volgens hem is zijn land er klaar voor en kan het zonder problemen starten met ERM-2, de wachtkamer voor de eurozone waarin eerst twee jaar plaatsgenomen moet worden. Op papier voldoet Bulgarije inderdaad aan de voorwaarden.

Ook toetreding tot de Schengenzone staat op het verlanglijstje van Sofia. De Bulgaarse regering meent dat het de laatste jaren heeft aangetoond dat het de controle van de Europese buitengrens serieus neemt. Aan de belangrijke grens met Turkije wordt, sinds het uitbreken van de vluchtelingencrisis, strenger bewaakt.

Twijfel

Het enthousiasme van de uiterst rechtse Bulgaarse regering wordt echter zowel binnen Bulgarije als in de andere EU-lidstaten niet algemeen gedeeld. Binnen Bulgarije zijn mensenrechtenorganisaties bang dat de problemen met corruptie en criminaliteit tijdens het voorzitterschap te veel onder het tapijt worden geschoven en dat de Europese partners te veel door de vingers zien. Bij andere EU-lidstaten bestaat twijfel of de mooie woorden op papier niet te veel afwijken van de praktijk. Nederland is een van de landen die zich het hardst verzetten tegen Bulgaars lidmaatschap van de Schengenzone. Kan het bezoek van premier Rutte aan Bulgarije, begin februari, daar iets aan veranderen?

De twijfel wordt gesterkt door verschillende recente rapporten. Om enkele voorbeelden te noemen: Bulgarije scoort nog steeds slecht voor een Europees land op de Corruption Perception Index van Transparency International. De Europese Commissie rapporteerde eind 2017 dat de Bulgaarse overheid op het gebied van corruptiebestrijding echt nog te weinig vooruitgang heeft geboekt. En PvdA-Europarlementariër Kati Piri publiceerde vorige maand samen met een Vlaamse collega een zwartboek over corruptie bij Bulgaarse douanebeambten.

De doelstellingen van voorzitter Bulgarije zijn dus ambitieus; succes niet verzekerd.

Deze bijdrage stond in