Troonrede 2020: Aandacht voor de crisis, maar welke?

maandag 28 september 2020, 13:00, analyse van Dr. Gerard Breeman en Prof. dr. Arco Timmermans

Over de zinnen in de Troonrede wordt elk jaar goed nagedacht. Bewindslieden zijn verheugd wanneer hun thema’s er prominent in worden genoemd. Soms is het ‘vijf minuten voor elke minister’, maar er zijn ook grote stijgers en dalers in de aandacht. Daarmee kan de Troonrede een goede indicatie zijn van de agenda van het kabinet voor het komende jaar. Door de zorgvuldige selectie van onderwerpen zijn ook de verwachtingen hooggespannen.

Is de Troonrede ook echt een goede indicatie van de beleidsplannen? In ons onderzoek naar de politiek van de aandacht in Nederland komen wij steeds meer tot een omgekeerde conclusie. Troonredes zijn beschouwender geworden. Er worden dingen in genoemd die uit het leven gegrepen zijn van het kabinet en de luisteraar op Prinsjesdag. Er staan royaal vage en bezwerende uitspraken in. Maar steeds minder echte plannen.

Dit blijkt uit onze wolligheidsindex (figuur 1). Deze index geeft aan hoeveel van de zinnen of zinsdelen in de troonrede zonder enige concrete beleidsvoornemens zijn. De trend op deze wolligheidsindex is de afgelopen jaren van de kabinetten Rutte omhoog. Lagen de scores tijdens Rutte I nog op 50% wolligheid, bij Rutte II nam dit toe tot 60% en het vierpartijenkabinet van Rutte III koos tot dusver gemiddeld voor 67% wolligheid. Dit jaar viel er wel wat minder wolligheid te horen dan in recordjaar 2019. Maar ter vergelijking: in de jaren van Lubbers, Kok en Balkenende schommelde de wolligheidsindex rond de 40%.

Veel van de beleidsarme zinnen gingen dit jaar over de noodzaak om samen sterk te staan in tijden van crisis en over de solidariteit tussen jong en oud. Ook was er het nodige medeleven voor iedereen die door de coronacrisis is geraakt en klonken bemoedigende woorden voor hen die de crisis bestrijden. Dit jaar waren er ook weer constaterende uitspraken, zoals ‘de Nederlandse economie en overheidsfinanciën zijn veerkrachtig’ en werd veelvuldig voor het retrospectief gekozen: ‘bij de start van deze periode koos de regering voor versterking van publieke voorzieningen.’ Dit kan ook te maken hebben met de verkiezingen in maart volgend jaar. Naarmate de rit van een kabinet verstrijkt, neigt het meer tot terugkijken dan vooruitkijken.

Ook bij constateringen en het terugblikken gaat het wel over thema’s, alleen dan zonder nieuwe voornemens. Dit jaar is het patroon van stijgers en dalers in de aandacht duidelijk verbonden met de coronacrisis. De sterkste stijgers waren dan ook de volksgezondheid, de economie, de arbeidsmarkt, onderwijs en cultuur en het bedrijfsleven. Het kan niemand verbazen: volksgezondheid was sinds 1945 nooit zo prominent in de Troonrede. Maar ook de aandacht voor milieu nam duidelijk toe. Het is zelfs het hoogste punt sinds in 1989 toen het eerste National Milieubeleidsplan werd gepresenteerd. Dit jaar werd klimaatverandering voor het eerst een klimaatcrisis genoemd. Deze bewuste woordkeus gaat dan ook gepaard met het doorbreken van een patroon: waar tot nu toe de aandacht voor milieu in de Troonrede sterk leed onder een neergaande economie, is dat nu niet het geval. Hiermee is een echte keuze gemaakt. Het kabinet laat het stikstofprobleem en andere klimaatonderwerpen niet van de agenda verdringen door het crisisgevoel over de volksgezondheid en de economie.

Wel verdrongen door deze meervoudige crisisbeleving, zijn enkele andere thema’s die tot voor kort nog prominent op de agenda stonden. Migratie, integratie en zaken rond ‘law and order’ zijn dit jaar slechts kleine thema’s. En vorig jaar nog helemaal bovenaan de lijst, de aandacht voor het functioneren van de overheid, is nu ook minder groot. Het laat zien dat nieuws over vluchtelingen, de Belastingdienst en het UWV relatief is in de concurrentie om aandacht op de agenda. En crisis of geen crisis, het is maar net hoe een kabinet de majesteit op Prinsjesdag de problemen laat definiëren.

 

Figuur 1: wolligheidsindex.

Figuur 2: percentage aandacht in Troonrede.

Figuur 3: percentage uitspraken over gezondheidszorg in de Troonrede.

Figuur 4: percentage uitspraken over het milieu

 

Arco Timmermans is bijzonder hoogleraar public affairs, Gerard Breeman is unversitair docent bestuurskunde, beiden aan de Faculteit Governance & Global Affairs van de Universiteit Leiden.