N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Migratie
Nederland heeft last van een ‘migratieobsessie’. Dit betoogt bestuurskundige Peter Scholten in zijn onlangs verschenen boek. In Den Haag vormt migratie inderdaad al enige tijd het brandpunt van de politieke discussie: de afgelopen twee kabinetten vielen erover, en een strenger asielbeleid vormde het belangrijkste speerpunt van Dick Schoof (‘Mensen ervaren een asielcrisis’) en zijn bewindsploeg.
Migratieobsessie
Van een migratieobsessie lijkt op het eerste gezicht niet heel veel sprake in de partijprogramma’s voor de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. In de meeste manifesten komt het onderwerp pas in de laatste hoofdstukken aan bod. Bij de Partij voor de Dieren (PvdD) gaat het zelfs eerder over ‘vismigratie’ (“Vismigratieroutes van en naar zee worden veilig voor vissen”) dan over de migratie van mensen.
Partijen hopen hiermee waarschijnlijk de PVV de wind uit de zeilen te nemen. In 2023 bleek immers dat een verkiezingscampagne die draait om migratie radicaal-rechts electoraal in de kaart speelt – en dan met name de partij van Geert Wilders, die ‘issue owner’ is op dit onderwerp. Niet voor niets zijn het alleen de uiterst rechtse concurrenten van Wilders die migratie óók tot het hoofdthema van hun campagne hebben gebombardeerd: zowel FVD als diens afsplitsing JA21 beginnen hun verkiezingsprogramma’s met dit onderwerp.
Wie in de verkiezingsprogramma’s van de partijen die nu vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer de passages leest over migratie, moet echter de conclusie trekken dat de politiek niet van haar migratieobsessie is genezen. Op de meest progressieve partijen na (PvdD, Volt, DENK), willen partijen inzetten op het beperken van immigratie. Op de uiterst rechtse flank gaan ze hierin het verst: PVV en FVD willen een totale asielstop en ‘remigratie’ bevorderen – een begrip dat volgens deskundigen in extreemrechtse kringen wordt gebruikt als eufemisme voor het uitzetten van mensen met een migratieachtergrond.
Staatscommissie Demografische Ontwikkeling 2050
Een groot deel van de partijen bepleit in navolging van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 (ook wel bekend als de commissie-Van Zwol) een gematigde en gecontroleerde bevolkingsgroei, waaronder SP, ChristenUnie, CDA en VVD. Ook GroenLinks-PvdA schaart zich achter het rapport van de Staatscommissie; een koerswijzing voor de partijcombinatie. Zonder naar de Staatscommissie te verwijzen pleit ook de SGP voor een “sturend richtgetal” voor het migratiesaldo.
Op het CDA-verkiezingscongres trok lijsttrekker Henri Bontenbal op basis van de brede omarming van het rapport van de Staatscommissie de conclusie dat de meeste partijen op het punt van migratie ‘gelukkig’ hetzelfde willen. Dit valt te bezien. Over het type migratie dat het beperkt moet worden, bestaat onder de partijen die meedoen aan de verkiezingen namelijk geen overeenstemming.
Rechterkant
Aan de rechterkant van het spectrum richtten de partijen hun pijlen hoofdzakelijk op asielmigratie. VVD, JA21, BBB, SGP en ook het CDA willen dat er fors minder asielmigranten naar Nederland komen. Deze partijen staan een heel nieuw asielsysteem voor, waarbij er geen ruimte meer is voor ongecontroleerde asielmigratie. Vluchtelingen worden idealiter in de regio opgevangen en kunnen alleen nog middels hervestiging naar Nederland komen, na het doorlopen van een asielprocedure aan de Europese buitengrenzen. VVD, BBB en JA21 willen op basis van de Dublinverordening asielzoekers zonder procedure kunnen afwijzen. Verschillende partijen stellen voor de internationale verdragen als het VN-Vluchtelingenverdrag ‘moderniseren’ om een strenger asielbeleid mogelijk te maken. Dit geldt opvallend genoeg ook voor D66, die asielmigratie an sich verder niet lijkt te problematiseren in het programma en vooral te hoop loopt tegen de ‘opvangcrisis’.
Om de komst van asielzoekers op korte termijn te ontmoedigen, willen de meeste rechtste partijen onder meer de duur van verblijfsvergunningen verkorten, een twee-statusstelsel invoeren en gezinsmigratie beperken. Ook willen zij de asielopvang versoberen, al geldt dit niet voor het CDA, dat juist inzet op kleinschalige opvang. Net als de VVD en SGP willen de christendemocraten bovendien dat er geld bijkomt voor de uitvoeringsinstanties.
Linkerkant
De partijen aan de linkerkant gaan niet mee in deze asiel-kritische teneur en staan een humaan asielsysteem voor, met snellere procedures, kleinschalige en goed functionerende opvang en voldoende ondersteuning voor asielzoekers. Het strengst zijn nog GroenLinks-PvdA en D66, die zich expliciet achter de invoering van het Europees Migratiepact scharen, dat onder meer de Europese buitengrenzen van Europa versterkt. PvdD en Volt bepleiten juist een liberalisering van de Europese grenspolitiek.
De linkse en progressieve partijen keren zich op hun beurt juist tegen arbeidsmigratie. De SP gaat hierin het verst, en kwalificeert het als een vorm van “moderne slavernij” die “op termijn onhoudbaar is.” Ook GroenLinks-PvdA en PvdD zijn kritisch op arbeidsmigratie, maar keren zich meer expliciet tegen laagbetaalde tewerkstelling en uitbuiting. Ze willen bedrijfstakken waar dit type arbeidsmigratie het meest plaatsvindt – zoals de tuinbouw, de logistiek en de vleesindustrie – aanpakken en ervoor zorgen dat deze sectoren innoveren of helemaal verdwijnen. Ze pleiten bovendien voor een einde aan belastingvoordelen voor expats. GroenLinks-PvdA wil daarentegen de komst van ‘noodzakelijke’ arbeidsmigranten – kennismigranten en vakkrachten voor sectoren als de bouw en de zorg – wel faciliteren.
De meeste andere partijen zijn eveneens kritisch op de uitbuiting van arbeidsmigranten, maar geven tegelijkertijd toe dat arbeidsmigratie nodig is. Zo wil D66 arbeidsmigratie die ‘werkt’ en noemt de VVD arbeids- en kennismigratie “motoren van de Nederlandse economie.”
Integratie
Ten slotte is er nog het thema van integratie. Vorig jaar stond dat onderwerp na de rellen rond de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel-Aviv plots weer hoog op de politieke agenda. In weerwil van wetenschappelijk onderzoek, dat laat zien dat kinderen van migranten steeds meer integreren, hadden politici het over een ‘integratiecrisis’ (Bontenbal) of een ‘integratieprobleem’ (Schoof).
Op de SP na zijn het uitsluitend de confessionele en rechtse partijen die voorstellen doen op dit gebied. Bij de SP ligt hierbij de nadruk op het bevorderen van gemengde scholen en buurten en een beheersing van de Nederlandse taal. Dit laatste geldt ook voor het CDA en de ChristenUnie, die bovendien inzetten op het mogelijk maken van participatie van nieuwkomers via (vrijwilligers)werk. Bij VVD en JA21 lijkt integratiebeleid vooral een middel te zijn om de invloed van de fundamentalistische islam in Nederland te aan banden te leggen, met voorstellen zoals een boerkaverbod en het beperken van de komst van nieuwe islamitische scholen.
Fons Meijer is historicus en werkt als onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit, waar hij onderzoek doet naar de naoorlogse politieke geschiedenis van Nederland.