Van de politiek moet de Rijksdienst het niet hebben

maandag 29 september 2025, 13:00, Prof.Mr. Roel Bekker

De afgelopen tijd heb ik regelmatig aandacht gevraagd voor de ongebreidelde groei van de Rijksoverheid. In 2017 werkten er 110.649 mensen bij het Rijk. Dat aantal bleef jarenlang tamelijk stabiel, maar is sindsdien erorm gestegen. Eind 2022 waren het er 138.376. In het Hoofdlijnenakkoord werd dan ook een forse afslanking aangekondigd. De groei sinds 2018, gesteld op 22%, zou “meer dan volledig” worden teruggedraaid. Daar is echter niets van terechtgekomen. Eind 2024 werkten er 157.019 ambtenaren bij het Rijk: 42% meer dan in 2017! Daarbovenop werd ook nog eens voor € 3,3 miljard aan externen ingehuurd, tegenover 1,3 miljard in 2017.

Op zichzelf is zo’n enorme en vaak onverklaarbare groei al reden tot zorg. Zorgwekkend is bijvoorbeeld dat de groei zich naar verhouding vooral bij de Haagse beleidsdepartementen heeft voorgedaan. Daar was de toename sinds 2017 maar liefst 66%. Ook de overhead is schrikbarend groot: inmiddels rond de 50%. De uitvoering komt er wat dat aangaat maar bekaaid af. Die is wel gegroeid, maar relatief veel minder dan ‘Den Haag’. Niemand zal beweren dat de overheid sinds 2017 beter is gaan presteren. Je zou dus mogen verwachten dat de verkiezingsprogramma’s bol staan van voornemens om de overheid te reorganiseren en af te slanken. Dat valt echter tegen. Talloze prachtige voornemens maar niet of nauwelijks aandacht voor de vraag hoe de overheid die voornemens moet uitvoeren. Ook over het functioneren van de overheid zelf niet veel, afgezien van wat obligate passages over minder regeldruk en meer maatwerk. Ik loop de programma’s van een aantal partijen even langs.

Het VVD-programma heeft een behoorlijk uitgewerkt hoofdstuk over de omvang en het functioneren van de overheid. Dat is ook wel terecht, want juist onder door de VVD geleide kabinetten is de overheid groter geworden dan ooit tevoren. Aangekondigd wordt een “operatie effectieve overheid”, met een flinke reductie van het aantal ambtenaren en de “ongekende hoeveelheid overhead”. De Algemene Bestuursdienst (ABD) wordt hervormd door meer te sturen op resultaat. De beste mensen moeten voor de overheid kiezen. Zo nodig krijgen ambtenaren een salaris dat uitgaat boven de Balkenendenorm. De minister van BZK krijgt doorzettingsmacht om de operatie effectieve overheid door te voeren. De VVD verdient bonuspunten omdat men in ieder geval een visie op de overheid heeft.

Een scherp contrast met het programma van de Groen Links-PvdA. Dat programma is als het om opgaven voor de overheid gaat zeker niet minder ambitieus. Maar geen woord over de organisatie, laat staan over afslanking en efficiëntie. Over de ambtelijke dienst lezen we alleen de opmerking dat die vooral divers en inclusief moet zijn en dat er geïnvesteerd wordt in “eigen kunde en kennis.” En: wij “geven de ambtenaren ruimte om deel te nemen aan het publieke debat en hun mening vrij te uiten.” Helaas wordt de huidige wettelijke beperking daarvan in verband met de goede vervulling van de functie of het goed functioneren van de openbare dienst niet genoemd.

Dan: de PVV. Die zegt niet veel over de ambtelijke dienst, zij het dat forse uitbreiding besloten ligt in de stellingname over veiligheid. Tegelijkertijd wil de PVV ook activiteiten stoppen, zullen we maar zeggen. De ABD wordt opgeheven. Werving vindt alleen plaats op basis van geschiktheid (met de suggestie dat dat nu niet gebeurt). En er komt een salarisverlaging voor politici van 25% die dan op basis van de Wet Normering Topinkomens onvermijdelijk doorwerkt naar de ambtelijke salarissen.

BBB wil een ministerie van Digitalisering en een ministerie voor Regiozaken, dat op minstens 100 kilometer buiten Den Haag moet komen. Interessant is de wat verhuld opgeschreven passage over de reorganisatie van Defensie, waarbij het beleidsdeel aanzienlijk wordt verkleind ten gunste van de uitvoering. Prima natuurlijk, maar waarom alleen daar?

D66 heeft ook een apart hoofdstuk over de overheid, met de gebruikelijke riedel van “te veel consultants, kennis weer terug”. Er komen zogenaamde ‘doorbraakministers’ met een eigen staf en budget die dwars door de ministeries heen werken. Een soort programmaministers of ministers zonder portefeuille, waarvan de effectiviteit nooit echt bewezen is. Interessant verder: er wordt naast de bestaande Belastingdienst een geheel nieuwe Belastingdienst 2.0 opgericht die te zijner tijd (wanneer, staat er niet bij) in één klap de oude Belastingdienst vervangt. Dom dat we daar nooit aan gedacht hebben!

Het CDA schrijft: “een effectievere overheid is zo ook een kleinere overheid”, als slotzin van een passage over minder regelgeving. Maar daar blijft het verder bij. De SP heeft iets soortgelijks: “een dienstbare overheid is een kleinere overheid.” Maar het gewenste “dekkend, fijnmazig netwerk van laagdrempelige overheidsloketten” zal die verkleining niet opleveren, schat ik. Grappig is dat de burger van de SP zelf mag kiezen met welke ambtenaar hij contact heeft.

JA21 komt met een minister voor Overheidsefficiency. Nadeel van zo’n minister is dat híj wordt aangesproken op de overheidsefficiency, terwijl de andere ministers dan gewoon kunnen blijven doen wat ze deden. Het is het lot van vergelijkbare ministers uit het verleden geweest, D66 kan er over meepraten. “Wij willen het aantal ambtenaren substantieel terugbrengen”, schrijft JA21, zonder dat verder te preciseren.

Ik heb niet alle partijen nagelopen en ben ongetwijfeld niet volledig geweest. Dat de oogst zeer schamel is, lijkt me evident. Ook hebben we de precieze financiële onderbouwingen nog niet gezien. Ik veronderstel dat daarin – zoals gebruikelijk – teruggegrepen wordt op bezuinigingen op de ambtelijke dienst. Naast alle positieve uitspraken over ambtenaren, kan dat straks nog een gemene tegenvaller worden. Bovendien mondt dat vaak uit in een kaasschaaf (alle ministeries leveren in ongedifferentieerd) zonder enig nadenken of prioriteitsstelling over de ambtenaren heen wordt gehaald.

Van de politieke partijen moet de ambtelijke dienst het niet hebben, zo mag duidelijk zijn. De VVD is de enige partij die er behoorlijk aandacht aan geeft, de rest niet. De beste weg naar een betere overheid is dat de ambtelijke dienst zelf het initiatief neemt om een stevige krimp door te voeren, in samenhang met een aantal forse verbeteringen. Dat kan, het is in het verleden wel vaker voorgekomen dat de politiek dankbaar een ingrijpend ambtelijk plan voor vernieuwing omarmde. De secretaris-generaals (SG) staan hiervoor als eerste aan de lat. De voorzitter van het SG-Overleg zou samen met de SG’s van Financiën en BZK daarbij een soort directorium kunnen vormen dat het rijksapparaat bestuurt. Dat werkt beter dan dat alle SG’s dat samendoen. Hoe concreter zij het maken, des te beter het is. Door het ontbreken van politieke ideeën over de Rijksdienst ligt er een goede kans voor een eigen plan. Zo’n kans krijg je niet vaak. Wat er in zo’n plan zou kunnen staan, komt in een volgende bijdrage aan bod.

Roel Bekker