De crisis, de EU en de euro

23 maart 201, lezing door Lex Hoogduin, directeur bij De Nederlandsche Bank, in kader van de EU lezingenreeks 'A Closer Look at the EU'

Op woensdag 23 februari 2011 is door DNB-directeur Lex Hoogduin een MI-lezing gegeven in Den Haag met als onderwerp: De crisis, de EU en de euro. Hoogduin gaf een historische analyse van de ontwikkeling van het financieel beleid binnen de Eurozone. Hierbij besteedde hij aandacht aan de wijze waarop de financiële samenwerking tussen de EU landen, die de euro hebben ingevoerd, sinds de invoering vorm is gegeven. Hoogduin signaleerde enkele problemen zowel op economisch als politiek terrein. Mede door de kredietcrisis is het onderwerp van financieel-economische samenwerking binnen de EU meer onder de aandacht gekomen. Dit inclusief de vraag of naast economische samenwerking politieke samenwerking vergroot moet worden. Hoogduin stelde dat om problemen in de toekomst te voorkomen, overheden en markten bestaande afspraken dienen na te komen en pro-actief moeten zijn.

De invoering van de Euro is een van gevolgen van de toenemende Europese samenwerking die na de Tweede Wereldoorlog vorm kreeg. Deze samenwerking beoogde door middel van economische banden tussen de Europese landen een nieuwe oorlog in Europa te voorkomen. De toenemende samenwerking op economisch gebied heeft noodzakelijkerwijs ook een grotere politieke samenwerking tot gevolg gehad. De invoering van de euro was een combinatie van economische en politieke samenwerking. De eenwording van Duitsland was hierbij een belangrijke factor. De euro moest prijsstabiliteit in het EU gebied verzekeren. De landen die de euro invoerden hadden afspraken gemaakt over onder andere het maximale tekort dat niet meer dan 3 % mocht zijn: het Stabiliteits- en Groeipact. Voorts werd verwacht dat door de invoering van de euro de inflatie op een niveau zou komen dat onder de 2% zou liggen. Individuele landen zouden niet langer een nationaal rentebeleid voeren, maar hierbij op EU niveau samenwerken. Bovendien zou er op het gebied van lonen en prijzen enige mate van gelijkschakeling komen. Aanname was dat er een stabiele munteenheid zou komen.

Het beleid was echter niet conform deze afspraken. Frankrijk en Duitsland kwamen de afspraken niet na toen hun tekort meer dan 3% bedroeg. Ten tweede hielden landen zich niet aan de marktdiscipline. De verschillen werden steeds groter. Bovenop deze zaken ontstond in 2007 de kredietcrisis. Gevolg was een achteruitgang in de overheidsfinanciën in meerdere EU-landen. De problemen op de huizenmarkt hadden grote negatieve gevolgen voor investeerders. De problemen van de openbare en private financiën kwamen samen. Als gevolg hiervan moesten banken gered worden door de overheden, waardoor de posities van overheden zeer moeilijk werden. Een van de oorzaken was dat overheden elkaars schulden gefinancierd hadden. Zowel binnen als buiten de EU. Probleem is dat gezondheid van het gehele financiële systeem geleden heeft onder deze samenloop van factoren.

Wat zijn mogelijk maatregelen die dergelijke problemen in de toekomst kunnen helpen voorkomen. Er dient een samenhangend reddingspakket te komen. Onderdeel hiervan zal zijn, dat de Eurolanden zich strikt houden aan de regels van het pact. Er zal een regeling moeten komen dat de naleving van de regels van het pact streng controleert. Ondanks toenemende stemmen die grotere politiek samenwerking propageren, stelt Hoogduin dat dit niet strikt noodzakelijk is. De bestaande regels zouden, indien de strak worden nageleefd voldoende moeten zijn om een herhaling van de bestaande problemen te voorkomen. De vraag is overigens wel wie de regels van het pakket gaat monitoren: centraal door de Europese Commissie of intergouvernementeel via de nationale overheden. 

Volgende lezing

16 maart: The Common Security and Defence Policy

Mr. Arnout Molenaar, Adviseur voor het Ministerie van Defensie en voormalig afgevaardigde permanente vertegenwoordiging van Nederland in Brussel.