Gebrek aan politieke daadkracht in eurozone

vrijdag 20 april 2012, 12:14

DEN HAAG (PDC) - Na de invoering van de euro mist het Europese huis nog altijd een stevig politiek dak. Tijdens die invoering ontbrak het politici aan daadkracht om tot politieke samenwerking te komen; de motivatie voor de euro had voornamelijk een economische grondslag. Daarom is nu verdergaande Europese integratie nodig om de Europese economie toekomstbestendig te maken, indien mogelijk via de communautaire methode. Dat stelde oud-premier Wim Kok tijdens het debat over Nederland en de eurozone in het Huis van Europa.

Ook tijdens de huidige eurocrisis ontbreekt het bij politici aan politieke motivatie om verdergaande integratie na te streven, zo legde André Szasz uit, oud-directielid van De Nederlandsche Bank. Afspraken alleen zijn niet geloofwaardig. Om de afspraken na te komen is politiek gezag nodig die naleving kan afdwingen. Voor een dergelijke politieke unie ontbreekt echter de politieke consensus en het politieke draagvlak, zei Szasz.

Tijdens het debat gingen Kok en Szasz in op de rol die Frankrijk en Duitsland spelen in de eurozone. Twintig jaar geleden was de invoering van de euro een Franse wens en een Duitse concessie, zo legde Szasz uit. Tijdens de eurocrisis blijkt wederom dat de verhouding Parijs/Berlijn de toon zet voor wat er in Europees verband wordt beslist. Als het tussen Frankrijk en Duitsland niet botert, dan staat Europa er pas echt slecht voor, legde Kok uit. De Franse presidentsverkiezingen zullen, ongeacht de uitslag, niet veel veranderen aan de huidige verhoudingen, verwacht de oud-premier. Beide landen beseffen dat zij samen de Europese kar moeten trekken, aldus Kok.

Vanuit de zaal werden vele vragen gesteld aan de twee hoofdrolspelers die betrokken waren bij de invoering van de euro, bijvoorbeeld over de maatregelen die nu tijdens de eurocrisis door regeringsleiders worden genomen. Volgens Kok moet er een strak bezuinigingsbeleid worden gevoerd, waarbij Duitsland souplesse moet tonen tegenover de zuidelijke lidstaten. Szasz stelde dat wat er nu gebeurt in de eurozone, in strijd is met de verdragen. We zijn in de problemen gekomen door verdragsovertredingen en verdere schendingen van het verdrag zijn volgens Szasz niet de juiste weg om uit de crisis te komen. Kok stelde daarentegen dat als de ECB niet enige flexibiliteit had getoond, de problemen veel groter waren geweest.

Kok en Szasz gingen tijdens het debat ook in op de mogelijke oplossingen voor de crisis waarin de eurozone zich bevindt. Volgens de oud-premier is er een cultuurshock nodig, waarbij we moeten aanvaarden dat er bevoegdheden aan Europese instanties worden gegeven. Nu is het zo dat Brussel de zuidelijke lidstaten wel de les mag lezen, maar dat we dit niet accepteren wanneer het om ons eigen land gaat. Dit moet anders, vindt Kok. Szasz stelde dat er structurele veranderingen noodzakelijk zijn, maar dat er bij de bevolking wel draagvlak moet worden gecreëerd. Hij ziet dit als een grote opgave voor de politiek. Maar wellicht dat de huidige crisis, zo meende Kok, kansen biedt om verdergaande integratie na te streven en eindelijk een politiek dak op het Europese huis te plaatsen.

Dit debat werd georganiseerd door het Montesquieu Instituut, in samenwerking met het dagblad Trouw, en maakt deel uit van de debatreeks over de Staat van de Democratie. Het debat werd geleid door Hans Goslinga.