Regeerakkoord 2017-2021(?)

donderdag 12 oktober 2017, 10:45, analyse van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

Het vorige formatierecord dateert van 40 jaren geleden en de staatsrechtelijke handboeken kunnen nu weer worden aangepast aan het nieuwe record. Het werd tijd? Van ultra kort in 2012 tot ultra lang nu.

De omvang is geen record, maar dit regeerakkoord zal ook niet de boeken ingaan als het meest korte en minst gedetailleerde. En wat dat gaat betekenen voor de stabiliteit en zittingsduur van Rutte 3 is lastig te voorspellen. De krappe meerderheid in de Tweede Kamer, de aankomende gemeenteraadsverkiezingen in 2018, de Eerste Kamerverkiezingen, en uiteraard verdere externe omstandigheden (de wereldeconomie, handel, groei, milieu, vrede en veiligheid, immigratie, terrorisme, klimaat) zullen zo maar, ondanks de quasi-vastigheid van het regeerakkoord, tot gedoe kunnen leiden.

Is er vanuit constitutioneel perspectief overigens ook nog iets inhoudelijks te melden? Allereerst dat dit de tweede formatie is die onder de regie van de Tweede Kamer tot een goed einde is gebracht. De eerste was kort en krachtig; de tweede wat aarzelender en langduriger. De eerste leidde tot een twee partijenkabinet, zonder meerderheid in de Eerste Kamer, en in een periode van economische crisis. De tweede tot een vierpartijenkabinet, en met een tussentijdse wissel van GroenLinks voor Christenunie, met een erg krappe meerderheid in de Tweede Kamer met 76 van de 150 zetels.

De politieke positie van dit kabinet is niet eenvoudig: van links en rechts zal er oppositie worden gevoerd. Ingewikkeld voor de VVD en het CDA; maar ook vanuit links zullen de pijlen gericht gaan worden en wel in het bijzonder op ChristenUnie en D66. Hoe gaan beide flanken om met de neiging zich daartegen te wapenen door naar rechts dan wel links op te schuiven en uit elkaar te gaan drijven? Om straks in een soortgelijke positie terecht te komen als de PvdA na de verkiezingen van 2017 is geen aanlokkelijk vooruitzicht, tenslotte. En de tactiek van geven en nemen en laten zien wat men wel heeft binnengehaald is ook lang niet altijd een afdoende garantie tegen een oppositie en tegen frames dat men kiezersbelangen verkwanselt.

De vraag vanuit constitutioneel perspectief is uiteraard of de Tweede Kamer lam of leeuw zal zijn. Zal de bijzondere positie van het kabinet met een kleinst mogelijke meerderheid en met oppositie links en rechts en vrees voor een kiezersafstraffing, leiden tot een krampachtige binding met het regeerakkoord en dus grote disciplinering van de fracties en de nodige 76 stemmen? Of tot mogelijkheden voor de Tweede Kamer om het kabinet met onderhandelde steun meer comfort te bieden? Of tot House of Commons-achtige debatten en politiek van een oppositie die het electoraat kan en gaat duidelijk maken dat alles wat het kabinet doet slecht is.

Dat laatste is weinig waarschijnlijk omdat beide vleugels in de Tweede Kamer zijn verdeeld. Beide zijn oppositie, maar om tegengestelde redenen, vaak. Maar als ze zich kunnen en willen verenigen, en dan wel vooral op sociaal-economische terreinen betreffende de zorg, inkomensverhoudingen, sociale zekerheid, arbeidsmarkt, is de meerderheid van 76 wel erg krap. We hebben al eens meegemaalt tenslotte wat er gebeurt als een Kamerlid vertraging met de trein heeft.

Kortom, mooi dat er een regeerakkoord is, maar garanties voor een effectieve uitvoering, afwezigheid van gedoe en het uitzitten van de vier jaren zijn er nu eenmaal nooit...