Politieke godsvrede nadert einde: na crisismaand brokkelt stabiliteit af

maandag 27 april 2020, 13:00, analyse van Jan Schinkelshoek en Prof.Dr. Gerrit Voerman

De godsvrede aan het Binnenhof na de uitbraak van het coronavirus nadert z’n einde. Aan de oppervlakte worden, na een eerste maand van stabiliteit, de eerste tekens van groeiende politieke onrust zichtbaar.

‘De politiek komt los’, analyseert Gerrit Voerman, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Aanvankelijk, bij de uitbraak van de crisis, zag je de gebruikelijke ‘rally round de flag’, brede nationale steunbetuigingen voor de regering. Een maand later is dat brede front nog steeds grotendeels in tact. Maar de vraag is: hoe lang nog?’

‘We naderen een keerpunt’, vult oud-kamerlid Jan Schinkelshoek [CDA], politiek adviseur en commentator, aan. ’Aan alles voel je dat de politieke sfeer verhardt. De Tweede Kamer wordt kritischer. Premier Rutte moet alles uit de kast halen om de onrust te bezweren. Naarmate de crisis langer duurt, groeit onvermijdelijk het ongemak, wellicht oplopend tot onvrede. Hebben de maatregelen effect? Moet het niet anders?’

Zo’n anderhalve maand oogde het politieke beeld aan het Binnenhof stabiel. ‘Premier Rutte en z’n VVD hebben de wind in de zeilen, met name de minister-president kan bogen op groot vertrouwen’, signaleert Voerman. ‘De steun voor de VVD is ten koste gegaan van populistische partijen ter rechterzijde van de VVD: Wilders’ PVV en Baudets Forum voor Democratie. Maar alle andere partijen zijn, sinds het begint van de crisis, stabiel. Van CDA tot SP heeft men, afgaande op peilingen onder kiezers, niet noemenswaardig gewonnen of verloren. Er zijn, ondanks de crisis, nauwelijks schommelingen.’

Dat patroon is niet ongebruikelijk. Bij crises bestaat de neiging om zich ‘rond de vlag’ te scharen. Het meest bekende voorbeeld van zo’n politieke godsvrede in de Nederlandse geschiedenis staat op naam van de sociaal-democratische en anti-burgerlijke SDAP bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Het was tijd om de nationale eenheid boven de nationale geschillen te stellen, vond SDAP-leider Pieter Jelles Troelstra. En hij schortte de oppositie op.

‘Datzelfde nationale sentiment zag je bij de uitbraak van de coronacrisis’, zegt Schinkelshoek. ‘Er wordt als het ware een politieke wapenstilstand getekend. Er zijn belangrijker zaken. Maar meestal duren dat soort ‘honeymoons’ nooit zo heel erg lang.’

‘In dat soort tijden kiezen burgers vooral zekerheid’, vult Voerman aan. ‘We zagen het in 2002, na de moord op Fortuyn. Toen koos een groot deel van de kiezers voor het vertrouwde CDA, dat werd geleid door de degelijke Balkenende. Nu profiteert Rutte van dat sentimemt, ook omdat hij rust, gezag en vertrouwen uitstraalde. En het is ten koste gegaan van populistisch rechts, dat zeker in het begin de regering, Rutte voorop, ernstig in gebreke stelde. Te laat in actie gekomen, te weinig gedaan. Tot nu toe heeft die aanpak niet gewerkt.’

De ‘grote vraag’ is volgens Schinkelshoek en Voerman hoe lang die nationale eensgezindheid en die politieke stabiliteit nog stand houden. ‘Naarmate de crisis langer duurt, naarmate de negatieve kanten van de aanpak zichtbaarder worden, zal de kritiek luider worden’, voorspelt Voerman. ‘Vlak onder de oppervlakte borrelt het al. Heeft de regering het virus onderschat? Was de voorbereiding wel op orde? Zijn we nalatig geweest met mondkapjes? In verzorgings- en verpleegtehuizen? En sinds vorige week: Is de lockdown niet veel te streng? Kunnen we niet sneller open? Dat creëert steeds meer onrust.’

‘De coronacrisis politiseert’, signaleert Schinkelshoek. ‘De rekening wordt, eerder vroeger dan later, onherroepelijk opgemaakt. Dat gaat de ogenschijnlijk stabiele politieke verhoudingen onder druk zetten. Zeker naarmate verkiezingen naderen.’

‘Ja, het wordt een groot campagnethema’, beaamt Voerman.

Vooral bij het CDA zal de coronacrisis diepe sporen trekken, vermoedt Voerman. ‘Twee topkandidaten van het CDA, Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge, staan in het brandpunt van de crisis. Dat heeft niet alleen voordelen, het kan ook grote electorale schade opleveren. In de discussies over het Europese steunpakket heeft Hoekstra butsen opgelopen: weinig empathisch, dogmatisch. De Jonge oogt veel pragmatischer, maar die komt ook niet onbeschadigd uit de discussies over verpleegtehuizen, mondkapjes en apps. Als een van die twee lijsttrekker wordt, kan dat het CDA nog opbreken.’

Ondanks de ogenschijnlijke stabiliteit is het binnen partijen niet even stabiel. Een reeks partijen wordt de laatste tijd geteisterd door interne crises: Forum voor Democratie [ruzie tussen beide oprichters], Partij voor de Dieren [kamerlid opgestapt, partijvoorzitter weggestuurd], DENK [‘broedermoord’], 50Plus [Dales’ optreden spijt fractie en partij]. ‘Het is wel veel gerommel bij elkaar. Het gaat om tamelijk jonge partijen en de conflicten hebben opvallend vaak een persoonlijk karakter’, analyseert Voerman. ‘Dat gebeurt sneller wanneer partijen vooral rond de partijleiders zijn opgebouwd.’

Den Haag/Groningen, april 2020


Gerrit Voerman is hoofd van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen en hoogleraar Ontwikkeling en functioneren van het Nederlandse en Europese partijstelsel aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Jan Schinkelshoek, directeur van een communicatiebureau in Den Haag, was lid van de Tweede Kamer voor het CDA. Hij is tevens hoofdredacteur van de Hofvijver.

Deze bijdrage stond in