Radicaal-rechts: 'de geest is uit de fles'

maandag 29 maart 2021, 13:00, dhr Douwe Roest en dr. Léonie de Jonge

“Na de verkiezingszege van 28 zetels is radicaal rechts niet langer meer een uitdaging, maar een gevestigde aanwezigheid met een stabiele plek rechts van de VVD.” Volgens Léonie de Jonge, universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, is deze “mainstreaming” niet uit het niets komen vallen. Na de ontzuiling is er ruimte ontstaan op de flanken, nadat de gevestigde partijen naar het midden zijn getrokken. Beginnend met de LPF zijn kiezersgroepen van de PvdA en de VVD opgenomen door radicaal rechts-populistische partijen. Maar een slachtofferrol voor de gevestigde orde is alles behalve terecht, want ze hebben zelf grote invloed gehad op de groei en legitimering van het rechtspopulisme. Nu deze partijen in de laatste jaren verder radicaliseren, zal de invloed die dit heeft op de politiek daarom deels in eigen handen van de andere partijen zijn.

De opkomst van de sociaal-culturele thema’s die dominant zijn gebleken in de politiek van de 21e eeuw, zoals immigratie en de rol van de islam, begint in de jaren ’90. Deze thema’s werden door Fortuyn in aanloop naar de verkiezingen van 2002 succesvol op de kaart gezet. De andere partijen gingen hier echter grotendeels in mee. Dit kwam niet alleen nadat het gedachtegoed stevig in de politiek gelegitimeerd werd in een gedoogcoalitie met de VVD en het CDA. Ook in de nasleep van de moord op Fortuyn bleef bijvoorbeeld de VVD het anti-immigratie onderwerp op de agenda zetten. Denk hier aan immigratie als belangrijk thema in het mediacircus rondom de leiderschapsstrijd tussen Mark Rutte en Rita Verdonk in 2006.

De vraag is of dit niet onvermijdelijk is? Reageren partijen niet vooral op de vraag van kiezers? Het antwoord op deze vragen is genuanceerd, maar er is een duidelijke rol hierin weggelegd voor de gevestigde partijen en media in het zetten van de publieke agenda en het legitimeren van de thema’s die radicaal rechts voeden.

De rol die deze actoren spelen is wordt duidelijk uit onderzoek van de Jonge naar de Benelux landen. Hieruit blijkt dat er grote verschillen zitten in hoe radicaal rechts zich ontwikkeld heeft. In Vlaanderen hebben de rechtspopulisten al sinds de jaren 80 voet aan de grond, eerst onder de naam het ‘Vlaams Blok’ en nu onder ‘Vlaams Belang.’ In vergelijking hiermee zijn de rechts-radicalen in het Franstalige deel van België opmerkelijk afwezig. Dit is omdat in Wallonië de gevestigde politieke partijen en media het rechts-radicalisme volledig buitenspel hebben gezet.[1] In Wallonië is er zelfs een formele overeenkomst tussen journalisten, het cordon sanitaire médiatique, waarin is afgesproken geen podium te geven aan het rechts-radicale gedachtegoed. In Luxemburg bied een verzuild medialandschap met sterke banden tussen de media en gevestigde partijen eveneens geen platform voor rechts-populistische partijen om zich te profileren.

Dit is niet om te zeggen dat de Waalse aanpak beslist de juiste manier is waarop een gezonde democratie hoort te functioneren. Er zijn uiteraard goede argumenten tegen het beperken van verslaggeving om politieke redenen in een gezonde democratie. In Nederland en Vlaanderen heeft de journalistiek een minder restrictieve houding tegenover de uiterst rechtse partijen. In deze landen zien journalisten de media juist als een platform voor botsingen binnen het maatschappelijk debat.[2] Maar uit onderzoek is duidelijk dat de zichtbaarheid van het onderwerp immigratie en de partijen die hier zich tegen afzetten, in de media de steun voor deze partijen vergroot.[3,4] Gezien de stabiele positie van Vlaams Belang en het rechtspopulisme in Nederland is het dus twijfelachtig of de geest van het rechts-radicalisme weer terug in de fles wil als die eenmaal ontsnapt is.

In de tussentijd vinden er ook veranderingen plaats binnen deze nu gevestigde rechts radicale partijen. Door de recente Tweede Kamerverkiezingen is duidelijk dat er in feite een derde blok aan partijen is bijgekomen, waarbij FVD, PVV en JA21 vooral kiezers onder elkaar uitwisselen, met enige overlap met een partij als de SP. De kiezersgroep die hierin meegenomen wordt, beslaat ondertussen echt niet alleen het stereotype van ‘de boze witte man,’ maar is juist sterk gediversifieerd.[5] De PVV van Wilders is op economisch vlak deels naar links geschoven, waar hij aast op een electoraat dat 30 procent van de potentiële kiezers betreft; sociaaleconomisch links en sociaal-cultureel conservatief, terwijl JA21 zint op een opvallend hoogopgeleide achterban met een zowel economisch als cultureel conservatieve programma. Hoe deze partijen zich in de komende jaren gaan ontwikkelen is moeilijk te zeggen. Gezien het feit dat deze partijen vooral onderling kiezers uitwisselen is het mogelijk dat zich hier een apart speelveld met zijn eigen electorale competitie tussen deze partijen ontwikkeld.

Een sterkere voorspelling is dat dat deze radicaal rechtse partijen in de komende jaren in ieder geval allesbehalve stil zullen zitten. Deze partijen floreren dan ook in de oppositie waar ze geen verantwoordelijkheid hoeven te nemen. Ook hebben deze partijen een sterke positie in het huidige versplinterde politieke landschap waar zeventien partijen concurreren om het oog van de camera. Als geen ander weten deze partijen een constante stroom van media-aandacht te generen door een mix van controversiële uitspraken, aanvallen op de regering en het creëren van schaarste (‘Waar is Baudet bij het laatste NOS debat?’).

Daarom is één ding is zeker: de rechts-populistische partijen zijn gekomen om te blijven en zijn voorlopig niet weg te slaan uit het politieke speelveld. Of deze partijen het centrum nog verder naar rechts kunnen trekken is onzeker, maar als het verleden ons íets leert is dat de gevestigde partijen en media hier wel degelijk invloed op hebben, en zo een bijkomende verantwoordelijkheid hebben om goed na te denken hoe ze hier mee om willen gaan.


Léonie de Jonge promoveerde in juli 2019 bij de afdeling politicologie aan de Universiteit van Cambridge. Sinds september 2019 werkt ze als universitair docent Europese politiek en maatschappij aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet onderzoek naar rechtspopulisme. Douwe Roest is als stagair-redacteur verbonden aan het Montesquieu Instituut.

[1] https://research.rug.nl/en/publications/het-raadsel-van-walloni%C3%AB-waarom-radicaal-rechts-niet-van-de-grond

[2] https://stukroodvlees.nl/rechtspopulisme-en-de-media-in-de-benelux/

[3] Boomgaarden, H. G., & Vliegenthart, R. (2007). Explaining the rise of anti-immigrant parties: The role of news media content. Electoral studies, 26(2), 404-417.

[4] Bos, L., Van der Brug, W., & De Vreese, C. (2011). How the media shape perceptions of right-wing populist leaders. Political Communication, 28(2), 182-206.

[5] Damhuis, Koen. (2020). Roads to the Radical Right: Understanding Different Forms of Electoral Support for Radical Right-Wing Parties in France and the Netherlands. Oxford: Oxford University Press.

Deze bijdrage stond in