‘Gebutst aan de startstreep’. Geen wittebroodweken voor regeringscoalitie

maandag 31 januari 2022, 13:00, analyse van Jan Schinkelshoek en Prof.Dr. Gerrit Voerman

De coalitie achter Rutte’s vierde kabinet is zichtbaar ‘gebutst’ van start gegaan.

‘Het nieuwe kabinet begint met tegenwind’, constateert ‘partijenkenner’ Gerrit Voerman, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van Groningen. ‘Het heeft geen wittebroodsweken. Dat belooft weinig goeds.’

Na de lange, moeizame kabinetsformatie is, afgaande op de doorlopende opiniepeilingen, de - doorgestarte - regeringscombinatie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie met een oplopende achterstand aan de slag gegaan: het publieke vertrouwen daalt, de coalitiepartijen staan op verlies. Opvallend is dat noch de linkse [PvdA, GroenLinks, SP] noch de rechts-radicale oppositie [PVV, Forum en kleinere populistische partijen] er als geheel van profiteert. De winst gaat naar nieuwkomers als Volt, BBB en JA21, en een weinig traditionele partij als de Partij voor de Dieren.

‘De nivellering zet door’, signaleert Voerman, directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. ‘De grootste partij VVD wordt kleiner, er zijn volgens de nieuwste peilingen maar liefst zes partijen tussen 10 en 20 zetels. En nieuwkomers krijgen het voordeel van de twijfel.’

Die beweging - al wat langer aan de gang - lijkt ‘versneld’ door de kabinetsformatie, de langste uit de Nederlandse politieke geschiedenis. ‘Dat was zo’n langdurig, onbegrijpelijk proces dat veel kiezers mentaal afgehaakt zijn’, zegt Voerman, de opiniepolls analyserend. ‘Het vertrouwen staat lelijk onder druk. Zelfs onder VVD-kiezers daalt het vertrouwen in premier Rutte. Zijn partij - een jaar geleden nog op winst bij de verkiezingen - boet zichtbaar in aan steun. Hetzelfde zie je bij D66, de andere verkiezingsoverwinnaar van 2021. Het CDA moet helemaal in mineur: goed voor nog maar tien zetels.’

‘Dat zijn signalen’, voegt Voerman er aan toe, ‘dat de coalitie achter Rutte IV iets uit te leggen heeft. Die kabinetsformatie trekt z’n sporen. Rutte IV begint als gevolg van bijna jaar “gedoe” met een achterstand aan de rit. Dat is een ongunstig voorteken voor een kabinet dat niet meer dan een krappe meerderheid in de Tweede Kamer heeft en in de Eerste Kamer steeds op zoek zal moeten naar een meerderheid.’

Links profiteert er niet van. Noch PvdA en GroenLinks, noch SP doet z’n voordeel met de kennelijke onvrede in het politieke centrum. ‘Links heeft het moeilijk - dat past in een al wat langer lopend trend.’

Minstens zo opvallend is dat ook de rechterflank niet aangroeit. ‘Wilders, Baudet blijven stationair of verliezen wat; het wat gematigde JA21 boekt wel winst. Radicaalrechts lijkt electoraal tegen zijn grenzen te zitten; ontevreden kiezers zoeken hun heil bij andere, vaak nieuwere protestpartijen [zoals BBB] of partijen die een ander alternatief presenteren [Partij voor de Dieren en Volt] ’, zegt Voerman. ‘Het gevolg is wel dat de politiek steeds onoverzichtelijker wordt.’

‘Natuurlijk is het een momentopname’, aldus Voerman. ‘Het zijn, kun je zeggen, de eerste, voorlopige beelden na afronding van de kabinetsformatie. Maar die passen wel in langer lopende trends: de politiek moet er steviger tegen aan om het publieke vertrouwen te behouden.’

 

Gerrit Voerman is directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jan Schinkelshoek, oud-lid van de Tweede Kamer [CDA], is adviseur van het Montesquieu Instituut.

Deze bijdrage stond in