Groeiende versplintering? Een ‘Urban Myth’

maandag 28 maart 2022, 13:00, Dr. Simon Otjes

Eén van de belangrijkste conclusies van de gemeenteraadsverkiezingen twee weken geleden was dat de gemeenteraden weer meer versplinterd waren. Al snel verschenen er artikelen dat de versplintering “groter dan ooit” was, de NRC schreef dat “In veel gemeentes het aantal fracties toe [neemt]”, dat dit de vorming van colleges zal bemoeilijken (aldus de NOS en het FD), en de Trouw schreef al zalvend dat die grotere versplintering geen slecht nieuws hoefde te zijn. Wat echter miste in al deze analyses was de platte vaststelling: hoe sterk is de versplintering toegenomen? En is dit overal in Nederland zichtbaar?

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Aantal partijen

De meest simpele manier om na te denken over versplintering is het aantal partijen dat zetels heeft gehaald in de gemeenteraad. In 2018 waren dat gemiddeld 7.7 partijen per gemeente. Dat zijn er nu 8.0. Een wel heel bescheiden groei dus. Hilvarenbeek, Rozendaal en Schiermonnikoog hebben de meest overzichtelijke gemeenteraden met slechts drie partijen. Den Bosch, Maastricht en Almere hebben 16 partijen. In die laatste kwamen er de meeste partijen bij (plus vier). In net minder dan de helft van de gemeenten bleef het aantal fracties gelijk. In Den Haag en vijf andere gemeenten verdwenen er netto twee fracties.

Er is een groot verschil in het aantal fracties tussen kleine en grote gemeenten. We kijken naar de grootte van de gemeenteraden als indicator van gemeentegrootte. Het aantal zetels hangt samen met het aantal inwoners maar op zo’n manier dat heel grote gemeenten de analyses niet domineren. In de twaalf gemeenteraden met 15 of minder zetels gaat het aantal partijen van 4.6 in 2018 naar 4.7 in 2022. In de acht gemeenteraden met 45 zetels is het gemiddelde van 12.1 naar 13.4 gegaan.

We kunnen meer in algemene zin kijken naar de relatie tussen de grootte van gemeenteraden en het aantal partijen. Figuur 1 zien we de relatie tussen het aantal zetels en het gemiddeld aantal partijen in gemeenteraden in 2018 (in rood) en 2022 (in zwart). In beide jaren zien we dat grote gemeenten meer partijen hebben. We zien ook dat er in gemeentes met minder dan 31 zetels geen onderscheid is tussen 2018 en 2022. Dit wordt pas zichtbaar in grotere gemeenten. Dat verschil zit tussen de 50.000 en 60.000 inwoners. Minder dan een op de vijf gemeenten is zo groot. De versplintering is met name toegenomen in grotere gemeenten en niet in kleinere gemeenten en dat is logisch want hier deden nieuwe partijen als Volt, de Partij voor de Dieren, BIJ1, Forum voor Democratie en DENK met name mee.

 
Figuur 1 - Urban Myth

Figuur 1: De relatie tussen het aantal zetels en het gemiddeld aantal partijen in de gemeenteraden in 2018 (rood) en 2022 (zwart).

2.

Aantal eenpitters

Je kan ook kijken naar het aantal partijen met één zetel. Deze eenpitters hebben een iets andere plek in gemeenteraden dan in de Tweede Kamer. Daar moet zo’n eenpitter alles zelf doen. In de commissies van gemeenteraden kunnen ze hun werk vaak delen met een andere persoon van hun lijst. Dit heeft in verschillende gemeentes verschillende namen, zoals duoraadslid, commissielid of burgerlid. Den Bosch heeft zeven partijen met één zetel in de raad. Een op de vijf gemeenten heeft nu geen enkele eenpitter. In Dordrecht kwamen er vijf eenpitters bij. In Druten, West Maas en Waal en Castricum zijn er netto drie eenpitters minder. Gemiddeld was 1.5 eenpitter per gemeenteraad in 2018. Dat zijn er nu 1.8 (in 2022). In gemeenten met minder dan vijftien zetels is er gemiddeld één eenpitter, in gemeenten met 45 zetels zijn er gemiddeld 3.5 eenpitters.

Figuur 2 toont het aantal eenpitters in gemeenten van verschillende grootte in 2022 (zwart) en 2018 (rood). Het laat helder zien dat er in grotere gemeenten meer eenpitters zijn. Tot 31 zetels is er geen verschil tussen nu en vier jaar geleden. Alleen in grotere gemeenten is er een verschil.

 
Figuur 2 - Urban Myth

Figuur 2: De relatie tussen het aantal zetels en het aantal eenzetelpartijen in gemeenteraden in 2018 (rood) en 2022 (zwart).

3.

Grootste partij

Een andere indicator is hoe groot de grootste partij is. De kleinste grootste partij is in Vlaardingen met 11% van de zetels. In Hellendoorn, Zeewolde, Hilvarenbeek en Barendrecht heeft de grootste partij een meerderheid gehaald. In de grootste gemeenten haalt de grootste partij gemiddeld 20% van zetels. In de gemeenten met minder dan 15 zetels is dit 35%. Er was in 2018 en 2022 geen verschil tussen hoe groot de grootste partij gemiddeld was: in beide gevallen 28% van de zetels. De laatste keer dat de grootste partij in de Tweede Kamer zo groot was, was in 2006. In Tubbergen had het CDA een meerderheid in 2018, die halveerde maar bleef wel de grootste. In Zeewolde bleef Leefbaar Zeewolde de grootste, maar deze partij verdubbelde en heeft nu dus een absolute meerderheid.

Figuur 3 toont de relatie met zeteltal en de gemiddelde grootte van de grootste partij in 2018 (rood) en 2022 (zwart). In beide gevallen geldt: hoe meer inwoners, des te kleiner is de grootste partij. Er is hier tussen 2022 en 2018 echter geen verschil in.

 
Figuur 3 - Urban Myth

Figuur 3: De relatie tussen het aantal zetels en het aandeel van de grootste partij in gemeenteraden in 2018 (rood) en 2022 (zwart).

4.

Effectief aantal partijen

We hebben nu gekeken naar een aantal aparte indicatoren. In de politicologie is er een standaardmaat van versplintering: het “effectief aantal parlementaire partijen”. Dit omvat zowel het aantal partijen en hun onderlinge grootte. Als het effectieve aantal parlementaire partijen twee is, zijn er twee even grote partijen. Als het vier is, zijn er vier even grote partijen of een vergelijkbare situatie: bijvoorbeeld één wat grotere partij en zes kleinere partijen. Deze zes zijn dan allemaal te begrijpen als halve partijen zodat er een partij is plus zes halfjes is samen vier. De huidige Tweede Kamer heeft effectief nu 8.7 effectieve partijen. In 1998 toen de politiek nog overzichtelijk was met die grote volkspartijen 4.8 partijen in de Kamer. De minst versplinterde gemeenteraad is Barendrecht. Daar heb je ‘effectief’ twee partijen: de meerderheidspartij Echt voor Barendrecht en de rest van de partijen. Almere is het meest versplinterd met effectief 12.7 partijen, daar groeide de versplintering ook het sterkst. Nét over de gemeentegrens in Zeewolde was juist de grootste afname van het effectieve aantal partijen. 32 gemeenten zijn meer versplinterd dan de huidige Tweede Kamer. Gemiddeld was het effectief aantal partijen 5.8 in 2018 en 6.0 in 2022.

Figuur 4 toont de relatie met gemeentegrootte in 2018 en 2022. In beide gevallen geldt: hoe groter de gemeenten des te meer verspintering. Hier komen de drie trends van boven: meer partijen, meer eenpitters en kleinere grote partijen samen. Echter pas vanaf 35 zetels is er een verschil tussen 2018 en 2022. Dat is grofweg één op de acht gemeenten.

 
Figuur 4 - Urban Myth

Figuur 4: De relatie tussen het aantal zetels en het effectief aantal partijen in gemeenteraden in 2018 (rood) en 2022 (zwart).

5.

Urban Myth

De versplintering van gemeenteraden is dus met name een fenomeen van de steden, en dan met name de grote steden. Hier zijn er meer partijen, meer eenpitters en een hoger effectief aantal partijen dan vier jaar geleden. Het is met name de landelijke versplintering die zich hier gemanifesteerd heeft. Nieuwe partijen als Volt hebben hier meegedaan aan de verkiezingen. Dat lot is het grootste deel van Nederland bespaard gebleven. In de meeste gemeenten is de versplintering niet of nauwelijks toegenomen.

We zien het nadeel van de manier waarop er verslag wordt gedaan over gemeenteraadsverkiezingen. Grote steden trekken hier de aandacht. Door te focussen op een paar bomen verliezen we het bos uit het oog. En die grote sequoia’s zijn echt anders dan de rest van de bomen en struikjes in het bos. En in bomen zitten ook andere vogels, eekhoorns en torretjes. Ze hebben een grotere en groeiende biodiversiteit.

En die formatie dan? Dat formaties langer duren in gemeenten met versplinterde gemeenteraden, liet ik recent samen met Maarten Allers en Joes de Natris zien. Gemiddeld duurde formatie in 2022 zo’n 64 dagen. De groei van de gemiddelde versplintering zal daar, als de patronen uit 2018 en 2022 zich herhalen, een halve dag aan toe voegen. Een middag dus.

 

Simon Otjes is universitair docent Nederlandse politiek aan de Universiteit Leiden.

6.

Deze bijdrage stond in