Achtergrond: steeds meer stemmen tegen begrotingen in de Eerste Kamer

donderdag 8 mei 2025, 10:45, analyse van redactie

Op 22 april 2025 stemde de Eerste Kamer in met de laatste begroting van het reeds lopende jaar. Een verwerping van een begroting (zoals voor het laatst in 1906) was nog niet in zicht, maar het aantal tegenstemmen in de Eerste Kamer bij begrotingsbehandelingen is de afgelopen jaren hoger dan voorheen. 2025 lijkt daarbij een nieuw record.

 

Achtergrond

Tegen een begroting stemmen is niet alleen gebruikelijker geworden in de Eerste Kamer, maar ook in de Tweede Kamer. De Eerste Kamer stelt zich echter doorgaans zeer terughoudend op bij het behandelen van begrotingen (zie Begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer). Dit komt deels doordat de senaat een begroting niet mag amenderen, maar bij ontevredenheid alleen kan tegenstemmen. Het afwijzen is een zwaar middel, waarvan de gevolgen ook niet geheel duidelijk zijn.

In de periode 1971-2002 werd een begroting vaak eerst ‘administratief afgehandeld’ (zonder stemmen), en daarna pas besproken in het nieuwe jaar. Als er niet gestemd wordt, kunnen partijen nog wel aangeven dat zij tegengestemd zouden hebben als het in stemming was gebracht (dit staat bekend als een ‘aantekening vragen’).

Neem bijvoorbeeld de begroting van 2000. Hierbij werd twee keer een aantekening gevraagd: de SP vroeg om een aantekening bij de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en GroenLinks wilde geacht worden tegen de artikelen over kernwapens in de begroting van Defensie gestemd te hebben.

 

Begroting 2025

De begroting voor 2025, de eerste van het kabinet-Schoof, spant de kroon qua tegenstemmen. Slechts vijf reguliere begrotingen (fondsen zoals het gemeentefonds dus niet meegerekend) werden afgedaan als hamerstuk, waarbij vrijwel altijd aantekening verleend wordt aan de PvdD en FVD. De meeste begrotingen krijgen nog steeds wel ongeveer 65 stemmen, nog ver verwijderd van het minimaal benodigde aantal van 38. Een aantal specifieke begrotingen moest evenwel vrezen voor verwerping. Bijvoorbeeld die van Landbouw, waar slechts 39 van de 75 Kamerleden voorstemden.

De enige oppositiepartijen die het afgelopen begrotingsseizoen voor alle begrotingen hebben gestemd zijn 50PLUS en de SGP. 50PLUS stemde overigens wel tegen het belastingplan.

 

Oorzaken

Wat natuurlijk niet helpt, is dat kabinetten steeds vaker geen meerderheid hebben in de Eerste Kamer. Een kabinet kan dus niet zonder meer rekenen op steun, zoals ze dat vaak wel kan in de Tweede Kamer, waar men doorgaans in de formatie zorgt voor een meerderheid.

Het risico op verwerping viel in de eerste Rutte-jaren alsnog wel mee. Bij de begroting voor 2014 bijvoorbeeld, toen het kabinet-Rutte II niet over een meerderheid beschikte in de Eerste Kamer en met D66, ChristenUnie en SGP een begrotingsakkoord moest sluiten. Alleen over de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking werd gestemd, waar de PVV, GroenLinks, PvdD en de Onafhankelijke Senaatsfractie tegenstemden. Bij de hamerstukken werd in totaal slechts twee keer aantekening gevraagd.

Naast de toename van kabinetten met een minderheid in de Eerste Kamer, is er dus meer aan de hand. Enerzijds sluit het aan bij een politisering van de Eerste Kamer (zie bijvoorbeeld deze column van Joop van den Berg uit 2014). Anderzijds lijkt dit kabinet geen werk te maken van het zoeken naar steun in de Eerste Kamer. Dit leek al zo te zijn met het Belastingplan en de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en ook bij de asielwetten van asielminister Marjolein Faber lijkt hier geen handreiking te zijn. Over dat laatste zei Bontenbal (CDA), nodig voor een meerderheid, al: “Faber wil de Kamer klemzetten. Ik laat me daar niet door piepelen”.

 

Cijfers

Onderstaande tabel geeft een overzicht van stemmingen over begrotingen door de jaren heen. De eerste kolom geeft aan hoeveel partijen tegenstemden of aantekening vroegen bij reguliere begrotingen. Omdat zowel het aantal partijen als het aantal begrotingen varieert door de jaren heen, staat het totaal aantal keer dat een fractie over een begroting stemde daarachter. De derde kolom geeft het aantal begrotingen weer dat als hamerstuk is aangenomen, alsook het aantal begrotingen dat jaar.

 

Begrotingsjaar

Aantal tegenstemmende fracties

Gemiddelde stemmingsuitslag

Aantal hamerstukken

2000

2/144

75/75

16/16

2010

0/190

74/75

19/19

2014

6/204

73/75

16/17

2015

*8,5/204

72/75

16/17

2020

25/221

69/75

16/17

2021

23/255

70/75

16/17

2022

33/255

66/75

14/17

2023

27/272

69/75

14/17

2024

28/285

70/75

10/18

2025

73/300

63/75

5/20

  • Het CDA stemde bij de begroting van J&V in 2015 verdeeld.