Zittenblijvers en nieuwkomers

maandag 29 september 2025, 13:00, Zahra Runderkamp

Als Roel Maalderink op het D66 congres aan een aantal leden vraagt “Hoe belangrijk is diversiteit voor D66?” krijgt hij als antwoorden onder andere: Heel belangrijk. Super belangrijk. Dat is de basis. Zonder diversiteit geen partij.1) Hij stelt de vraag slechts aan witte mannen, die stuk voor stuk benadrukken hoe belangrijk diversiteit en inclusiviteit zijn voor D66. Het virale filmpje uit 2023 vind ik zelf erg geestig, maar legt ook wel een pijnlijke realiteit bloot: een echt diverse partij opzetten is lastig. In de praktijk blijft diversiteit in de partij en vervolgens op de kandidatenlijsten veelal bij intenties. Het slechte nieuws voor de Democraten 66: dat zien we bij hun kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2025 ook. Net als in 2023 bestaat de top vijf uit vier mannen en één vrouw. De top 3 bestaan slechts uit mannen: Rob, Jan, Hans. De belofte van diversiteit lijkt daarmee niet ingelost.

Het proces bij D66

Hoe is dit zo gekomen? Een selectiecommissie van D66 stelde een advieslijst op. Vervolgens mochten de partijleden stemmen om de volgorde te wijzigen. Waar de leden van andere partijen de lijsten doorgaans relatief intact laten, grepen D66-leden ook dit keer weer stevig in. Zij duwden Nathalie van Berkel, beoogd ‘running mate’ op nummer 2, uit de top vijf en kozen vooral voor vertrouwde gezichten. Het eindresultaat is een lijst waarop vooral zittende Tweede Kamerleden hoog staan. Nieuwkomers volgen lager, op posities met beperktere kansen op een zetel.

Waarom zittenblijvers altijd voordeel hebben

Het goede nieuws dan voor D66: dat is helemaal niet onverwacht of uitzonderlijk. Sterker nog, wat er binnen hun partij gebeurde, is eigenlijk heel goed te plaatsen in de wetenschappelijke literatuur. Het zogenaamde ‘incumbency advantage’ (zittenblijf-voordeel) is in de politicologie een goed gedocumenteerd fenomeen. Daarmee wordt het structurele voordeel bedoeld dat zittende politici hebben ten opzichte van ‘nieuwkomers’. Het is geen simpel mechanisme, maar een samenloop van factoren als zichtbaarheid, ervaring, netwerken, media-aandacht en toegang tot middelen die de kans vergroten op een hoge plek op de lijst. En dus herverkiezing. Zo houdt het effect zichzelf in stand.

Het effect is vooral bekend uit districtenstelsels, maar is ook zichtbaar in stelsels van evenredige vertegenwoordiging, zoals het Nederlandse. In zo’n stelsel als bij ons loopt het zittenblijf-voordeel minder via een lokale achterban, maar des te meer via interne partijprocessen en veronderstelde herkenbaarheid bij leden en kiezers. Bekendheid kan iemand een stemmentrekker maken en het helpt als je kunt laten zien wat je al hebt bereikt. Voor nieuwkomers is dat lastiger; zij moeten zich nog bewijzen en missen de zichtbaarheid en opgebouwde steun.

Zichtbaarheid, naamsbekendheid, het hebben van een track record, netwerken, en toegang tot middelen – al die factoren versterken elkaar. Het gevolg is dat zittenblijvers hun positie eerder behouden of verbeteren, terwijl nieuwkomers moeilijker doorstoten. Dit is geen D66-specifieke dynamiek, maar bij D66 komt ze dit jaar uitzonderlijk zichtbaar naar voren.

Mannen en vrouwen

Naast de logica van zittenblijvers speelt in de wetenschappelijke literatuur gender een rol. Bij vergelijking van de concept- en definitieve lijsten van D66 van 2021, 2023 en 2025 zien we dat mannen telkens iets vaker een hogere plek krijgen en vrouwen gemiddeld iets vaker zakken tussen concept- en definitieve lijst. Maar die verschillen zijn statistisch niet significant. Dus voor nu zeggen we: het kan allemaal toeval zijn. Maar de mix met een voorkeur voor bekende namen zorgde ervoor dat de top 3 inmiddels volledig mannelijk is en ook volledig wit. De eerste vrouw staat op 4, de volgende op 6. De top 10 is uiteindelijk 50-50, maar de symboliek van de mannelijke top 3 moet wringen voor een partij met uitgesproken progressieve ambities.

Herhaling van zetten

Dat de weinig diverse top 5 van 2025 identiek is aan die van 2023 is nog een bijkomend onderwerp. De Plakshot-aflevering uit 2023 wordt daarmee een veelzeggende spiegel: de geïnterviewde leden zeggen diversiteit belangrijk te vinden, maar reproduceren aan de top dezelfde profielen. De poging om met Nathalie van Berkel (bestuurder bij uitkeringsinstantie UWV) een externe, ervaren bestuurder én vrouw van kleur op 2 te zetten, strandde bij de leden. Inmiddels is zij naar plek 6 gezakt. Onbekend lijkt dus onbemind te maken. In het rapport ‘Hyperzichtbaar in de schaduw van de macht’2) over politici met een migratieachtergrond in de Nederlandse politiek beschreef ik al hoe partijen soms zogenaamde ‘parachutisten’ inzetten om diversiteit op de lijst te versterken – vaak in combinatie met een witte man als lijsttrekker – maar dat zulke kandidaten, zonder interne bekendheid, kwetsbaar zijn zodra leden mogen schuiven. De casus van Van Berkel illustreert mijns inziens vooral hoe moeilijk het is om via zulke bekende ‘parachutering’ een zittenblijvers-voordeel te proberen te doorbreken.

Het kan wél

De les is denk ik niet om ledeninvloed te beperken en de selectiecommissie doorslaggevender te maken. Dat zou botsten met het democratische ethos van D66. Realistischer is een meerdersporenaanpak, waarbij het diversifiëren van het ledenbestand centraal zou moeten staan. Te denken valt aan extra laagdrempelige en toegankelijke activiteiten, en het extra zichtbaar maken van vrouwelijke rolmodellen. Want op de langere termijn heeft D66 baat bij een diverse poule van leden waarbinnen zij kandidatenlijsten kunnen opstellen. Natuurlijk blijft het ook opletten dat de selectiecommissies zelf steeds divers zijn. Het vrouwennetwerk van D66, het Els Borst Netwerk, kan de partij hierbij helpen door te prikkelen, mobiliseren en adviseren. En, waarom niet: zelfopgelegde streefcijfers of quota om bijvoorbeeld mannen en vrouwen één voor één op de lijst af te wisselen (het zogenaamde ‘ritssysteem’) zouden de partij kunnen helpen om voorbij intenties te komen.

Al met al laat de D66-lijst van 2025 vooral continuïteit zien: zittenblijvers domineren, nieuwkomers komen moeilijk aan de bak. De verschuivingen tussen concept- en definitieve lijst laten geen significant genderpatroon zien, maar de symboliek van een mannelijke top 3 is onmiskenbaar. In het Nederlandse systeem waarin partijprocessen doorslaggevend zijn voor de lijstvolgorde, is het zittenblijf-voordeel bij uitstek een verschijnsel van binnen de partij. Dat maakt de oplossing ook intern: begin diverser, organiseer diverser, en geef nieuwkomers een geloofwaardige springplank. Anders blijft gelden wat de politicologische literatuur al lang laat zien: onbekend maakt onbemind.