N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kees Verhoeven (D66)
Bij welke verkiezingen was u actief en in welke rol?
In 2010 kwam ik voor het eerst in de Tweede Kamer. De zittingsperiode van dat kabinet (Rutte 1) was zeer kort. De dag dat Wilders wegliep tijdens het Catshuisoverleg in 2012, hadden wij met D66 toevallig een partijcongres in Rotterdam. We deden het destijds heel aardig; we waren bij de verkiezingen van 2010 van 3 naar 10 zetels gegaan. Daarom dachten we – met partijleider Alexander Pechtold voorop – bij die kabinetsval: het is nu tijd om door te pakken met een goede campagne.
Daarvoor moest natuurlijk een campagneleider worden aangesteld. Ondanks dat ik geen ervaring met campagnes had, bleek dat men mij de aangewezen persoon vond om die taak op zich te nemen. Ik zei dat ik het wel wilde doen, maar alleen met goede ondersteuning. Gelukkig hadden we ervaren campaigners die me konden bijstaan.
Tussen 2012 en 2016 ben ik toen campagneleider geweest. Ik heb eigenlijk bij alle soorten verkiezingen een keer de campagne geleid. Eerst dus voor de Tweede Kamer, later nog voor de gemeenteraad, Provinciale Staten, Europa en tweemaal voor een referendum: het Oekraïnereferendum en het referendum over de Wet op de inlichting- en veiligheidsdiensten (Wiv). Bij het Oekraïnereferendum was ik ook woordvoerder. Nadien ben ik als ‘normaal’ Kamerlid doorgegaan tot en met 2021.
Hoe zag uw rol als strateeg er toentertijd uit
We hadden een team van ongeveer acht mensen – de meesten hadden dus meer ervaring dan ik. De fractie wilde juist dat een Kamerlid zou fungeren als campagneleider, zodat er een goede verbinding tussen campagne en fractie bestond.
Ik zat de campagnevergaderingen voor en was veel in contact met Alexander Pechtold en Pia Dijkstra. Wij waren echt een drie-eenheid tijdens de campagne van 2012. Samen besloten we over de strategische planning, de boodschap die we wilden uitdragen en welke mediaoptredens we deden.
Als campagneleider heb ik een plan geschreven dat ik later heb gepresenteerd. Daarna zijn we met het campagneteam gaan schaven aan het plan en zijn we ook vooral begonnen met onze taak: campagne voeren.
Wat ziet u als uw grootste/meest opmerkelijke bijdrage aan uw campagne(s)?
Ik had eigenlijk twee ‘motto's’, die mij als campagneleider typeerden en waarmee ik ook denk een bijdrage te hebben geleverd:
Allereerst zei ik altijd ‘mijn strategie is energie’. Ik was geen superstrateeg, maar het lukte me om het team en alle medewerkers te enthousiasmeren tot aan het einde van de campagne. Hierdoor ontstond er een goede sfeer en wilde iedereen bijdragen.
Daarnaast hield ik vast aan mijn persoonlijk devies ‘enthousiasmeren en disciplineren’. Het enthousiasmeren slaat terug op het overbrengen van die positieve energie. Het disciplineren was daarentegen ook nodig. Iedereen kreeg verantwoordelijkheid en werd ook verantwoordelijk gehouden. Zo konden we echt als een team opereren. Daarbij was het voorheen gebruikelijk dat alle D66-afdelingen hun eigen campagnestrategie doorvoerden. Ik stond erop dat dat meer werd geüniformeerd, om ook het gevoel te krijgen dat we allemaal hetzelfde doel nastreefden.
Een idee uit mijn koker was in 2012 de campagne ‘In gesprek met’. We gingen de straat op om met ‘normale’ mensen te praten. Filmpjes daarvan deelden we vervolgens op sociale media. Deze video's werden vaak goed ontvangen.
Wat zijn de meest bijzondere ‘laatste dagen’ van een campagne geweest waaraan u deelnam?
In 2012 hadden wij het probleem dat er een tweestrijd ontstond. Dit leek eerst de strijd Rutte-Roemer te worden, waardoor wij nog vertrouwen hadden om veel zetels in het midden te winnen. Het werd op een gegeven moment echter de strijd Rutte-Samsom, waardoor onze speelruimte ook beperkter werd.
Daarbij is je invloed toch vrij beperkt; de media bepalen wie er in beeld komen. Voor het lijsttrekkersdebat werden bijvoorbeeld alleen Rutte, Samsom en Roemer uitgenodigd. Dat was wel een domper. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 lukte het ons juist om onderdeel te worden van een soort landelijke strijd met CDA en VVD.
In de laatste dagen hebben we wel nog van alles geprobeerd. We sloten een bondje met het CDA om ‘het midden’ weer op de kaart te krijgen. Ook probeerden we het ‘oude paars’ op een voetstuk te zetten. Zo deelden we in Amsterdam paarse flyers uit en probeerden we de kiezer ervan te overtuigen dat D66 nodig was voor een paars ‘doorbraakkabinet’.
Aangezien we een ontzettend prettig team hadden zat de sfeer er ook in moeilijke momenten goed in. Hierdoor heb ik relatief weinig stress ervaren, zelfs in de laatste dagen. Ik was ook onderdeel van D66 in een periode dat we alleen maar gegroeid zijn. En zowaar – hoewel de peilingen voorafgaand iets anders leken te signaleren –, ook in 2012 groeiden we nog: van 10 naar 12 zetels! Dit voelde vanwege de tweestrijd echt als een overwinning.
U bent pas kort weg uit de politiek, maar kunt u al een duidelijke verandering zien ten opzichte van de tijd waarin u campagneleider was?
Ik geloof zeker dat er veranderingen zichtbaar zijn. Deze hebben voornamelijk te maken met digitalisering. Hierover heb ik in 2023 het boek De democratie crasht geschreven.
De mediawerkelijkheid verandert razendsnel. Niet alleen sociale media maar zelfs meer traditionele kanalen als de televisie draaien tegenwoordig slechts om kwantiteit; meer kliks en kijkcijfers. Dit is echt anders dan eerst. Politici worden niet meer inhoudelijk onder vuur genomen door mensen met expertise. Mensen die om een bepaalde reden – bijvoorbeeld voetbal – populariteit hebben vergaard mogen hun ongefilterde mening verkondigen, zonder zich te hoeven verantwoorden. Politici moeten hier maar mee om kunnen gaan.
Hierdoor ontstaat er automatisch veel meer ophef en polarisatie. Dat is nu al meer dan toen ik de Kamer verliet en het wordt geleidelijk alleen maar erger. Daarbij beïnvloeden sociale media de verkiezingen ook. De eerste keer dat ik dat van dichtbij meemaakte was tijdens het Oekraïnereferendum.
Hoe hebt u aangekeken tegen de 2025-campagne?
Kees Verhoeven was van 2010 tot en met 2021 Tweede Kamerlid voor D66. Hij was in die periode tweemaal vicefractievoorzitter en verschillende keren campagneleider. Hij publiceerde in 2023 het boek ‘De democratie crasht’ en is momenteel eigenaar van het Bureau Digitale Zaken.