Twee van Baalens voor de prijs van een: dubbelmandaat EP-NP?

donderdag 14 augustus 2008, column van Prof.Dr. Wim Voermans

14 augustus 2008, column van Prof. Dr. W.J.M. Voermans ,

Hans van Baalen , Tweede Kamerlid voor de VVD, overweegt - op aandrang van een aantal partijprominenten (zo gaat dat daar altijd) - in aanloop op de verkiezingen van voorjaar 2009 lijsttrekker te worden voor - zoals bijna alle Nederlandse media dat noemen - de 'VVD in het Europees Parlement'. Nu heb je weliswaar geen VVD in het Europees Parlement (EP) - de liberale fractie in Europa heet daar de Partij van Europese Liberalen en Democraten of ELDR of European Liberals, Democrats and Reformists - maar laten we niet over de details gaan muggenziften (zoals het feit dat van die EP-fractie ook de democraten van D'66 deel uitmaken).

Die kandidaatstelling is aan de ene kant heel verheugend. Het Europees parlement is erg ongeliefd in Nederland. Plasterk, Van Bommel en vele anderen hebben de afgelopen jaren geroepen om de kop van het Europees Parlement, omdat - in de woorden van Van Bommel in 2008 - 'Het Europees Parlement (....) feitelijk niet veel meer (is) dan een kletscollege, zonder echte macht en zeker zonder debat' (Handelingen II 2007/08, 17 1108).

Dat is echter allang niet meer zo. Sinds 1992 is het Europees Parlement een steeds belangrijker medespeler (vooral een volwaardige medewetgever) en belangrijke machtsfactor geworden in de Europese politiek. Andere landen hebben dat al eerder begrepen, maar Nederland lijkt er maar niet aan te willen.

De depreciatie van het Europees Parlement is in Nederland alom en diepgeworteld. Zo maakten de nieuwe bevoegdheden die het Europees Parlement onder het Verdrag van Lissabon heeft gekregen geen enkele indruk - zo lijkt het - in het publieke debat. Het Europees Parlement wordt - althans in Nederland - niet gezien als een werkelijk vertegenwoordigend, democratisch lichaam. Een ruziezieke Zuid-Europese babbelclub, die en masse sjoemelt met declaraties, zoiets, maar geen echt parlement. Dat beeld verklaart misschien ook waarom de discussie over de democratiseringsimpulsen van het Verdrag van Lissabon in Nederland geheel in het teken stonden de noodremmogelijkheden van het Nederlandse parlement. Een gele kaart, dan toch tenminste een oranje kaart moest er komen om Nederland de mogelijkheid te geven de doorgedraaide Brusselse machine tot een halt te roepen. Die oranje kaartprocedure - een en al symboliek - kan nooit werken, maar wordt wel gevierd als Nederlandse triomf op de Europese Goliath.

Geringschatting van het Europees parlement bleek tot voor kort ook uit de wijze van kandidaatstelling voor het Europees Parlement. Max van de Berg en Hanja Maij-Weggen moeten het me maar niet kwalijk nemen, maar Nederland vaardigde tot voor kort geen politieke kopstukken af naar het Europees Parlement. Er werd gewerkt volgens het - uit de jaren zeventig stammende - adagium 'Hast du einen Opa - dann schick' ihn nach Europa'. Een enkele keer werd het EP gebruikt als kweekvijver van jong talent voor de Nederlandse politiek.

Het EP wordt als oninteressant en onbelangrijk ervaren. De lage opkomst tijdens de verkiezingen gaf een extra legitimatie het links te laten liggen. En als er al eens een keer afstemming tussen Nederland en Brussel nodig was, dan moesten de Nederlandse EP-ers maar in het Nederlandse parlement komen luisteren (liefst op de publieke tribune) hoe er thuis over zaken werd gedacht. Een route andersom was tot voor kort ondenkbaar.

Andere landen in de EU - met name de nieuwe lidstaten - zijn inmiddels slimmer. Die sturen al wat langer politieke kopstukken naar het EP en die maken ook werk van de afstemming van dossiers tussen de nationale parlementariërs en de Europarlementariërs, zonder dedain over en weer (iets waarvan een van onze meest succesvolle EP-ers Hanja Maij-Weggen zo wanhopig werd). Met de kandidaatstelling van Hans van Baalen lijkt in die ongelukkige stand van zaken in Nederland een kentering te komen, zou je denken? Dat is toch positief?

Jawel, hoewel de manier waarop die kandidaatstelling nu wordt voorbereid alweer direct getuigt van de oude kwaal. Na de aankondiging van de gooi naar het lijsttrekkerschap kwam er onmiddellijk een lobby - onder aanvoering van (ja, wederom een) prominente VVD-er Frans Weisglas - op gang om te bepleiten dat Van Baalen als Europarlementariër ook Nederlands Tweede Kamerlid zou moeten blijven (zie F. Weisglas, Van Baalen moet naar Brussel en den Haag, de Volkskrant 16 juli 2008). Typisch Nederlands de liefde voor zo'n dubbelmandaat. Dan kan de man thuis in het nationale parlement - toch het parlement dat er toe doet - zijn werk blijven doen, en tegelijkertijd de zaak in Brussel voor ons in de gaten houden. Gaat het daar niet goed dan kunnen we hem opdragen in het EP iedereen tot de orde te roepen. Past ook helemaal bij de Nedercentristische manier waarop we de afgelopen zeven jaar de Europese agenda behartigen: twee fora voor de prijs van één vertegenwoordiger en domesticatie van dat enge Brusselse parlement. Ook de Nationale conventie had er in het eindrapport 'Hart voor de publieke zaak' in 2006 wel oren naar.

Toch zie ik er weinig in. Bij zoiets wezenlijks als volksvertegenwoordiging past geen dubbele pet. Zelfs al zou je de energie er voor op kunnen brengen dan nog leert de ervaring dat loyaliteiten en committent zich niet zomaar rekenkundig laten delen. Een Tweede Kamerlid moet zich volledig richten op het vertegenwoordigen van de kiezers en de belangen van de partij waar hij voor staat. Dat is al ingewikkeld genoeg. Het is niet voor niks dat we in Nederland al lang niet meer toestaan dat een Tweede Kamerlid ook tegelijk lid van provinciale staten, minister, staatssecretaris of lid van de Eerste Kamer kan zijn. Ook al is daar uit een oogpunt van efficiency van alles voor te zeggen.

Daar komt nog bij dat Europese partijen andere partijprogramma's en andere belangen dienen dan de Nederlandse politieke bloedverwanten. De Europese liberale partij heeft ook D'66-ers in de gelederen. Wat zou dat dan betekenen? Als Van Baalen in de Nederlandse Tweede Kamer het woord voert, wiens belangen, welk programma streeft hij dan na? De fracties in het Europees Parlement nemen soms hele andere standpunten in dan die in de nationale parlementen. Een dubbelmandaat is vragen om spagaat.

Er is zelfs nog een laatste beer op de weg. Wie zit er nou te wachten op een supergedelegeerde in Nederland? Een Kamerlid met dubbelmandaat heeft een neusje voor op zijn collegae. Is dat wat we willen: een scheve verdeling in de verhoudingen met in de ene partij wel dubbelaars en in andere niet? De Europese noch de Nederlandse zaak worden er mee gediend. Niet voor niks is daarom al een aantal jaar geleden met het Verdrag van Nice de mogelijkheid voor dergelijke dubbelmandaten EP en Nederlands parlement, net als andere, eerdere dubbelmandaten afgeschaft. Terecht. Er komt alleen maar onduidelijkheid, belangenverstrengeling en narigheid van en het voedt het Nederlandse wantrouwen in het onbekende en daardoor onbeminde Europees Parlement.

Wim Voermans is hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden en momenteel verbonden als fellow aan het Montesquieu Instituut voor vergelijkende Nederlandse en Europese parlementaire geschiedenis in Den Haag.