Hoe worden de Eerste Kamerleden verkozen?

maandag 27 februari 2023, 13:00, Redactie Parlement.com

Nog maar een kleine drie weken: dan gaat Nederland naar de stembus om de leden van de Provinciale Staten te kiezen. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. Een van de taken van de nieuwe Statenleden is het kiezen van de nieuwe Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden, dit jaar op 30 mei 2023. Hoe gaat dit in zijn werk?

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

De Eerste Kamer

De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. De Eerste Kamer is medewetgever. Nadat de Tweede Kamer een wetsvoorstel heeft aangenomen, moet ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog goedkeuren. In tegenstelling tot de Tweede Kamer kan de Eerste Kamer wetsvoorstellen niet meer wijzigen. Ook mist de Eerste Kamer het recht van initiatief.

De Eerste Kamer beschikt wel over controlerechten (zoals het vragenrecht), maar maakt daar minder gebruik van dan de Tweede Kamer. De ambtelijke dienst van de Eerste Kamer, met eveneens aan het hoofd de griffier, is veel kleiner dan die van de Tweede Kamer. De Eerste Kamerleden vervullen die functie part time.

2.

Getrapte verkiezingen

De 75 leden van de Eerste Kamer worden eens in de vier jaar door middel van 'getrapte verkiezingen' gekozen. Sinds een Grondwetwijziging in 2018 stemmen ook de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba over de samenstelling van de Eerste Kamer. Aangezien de bijzondere gemeenten geen Provinciale Staten hebben, gaat dit via afzonderlijk gekozen Kiescolleges. Nieuw in 2023 is dat er ook een apart kiescollege is voor Nederlanders die in het buitenland wonen.

3.

Wie stemmen?

Alle Provinciale Statenleden (dat zijn er in totaal 570) brengen op de verkiezingsdag hun stem uit op één van de kandidaten voor de Eerste Kamer. Er kan bij volmacht worden gestemd. Leden mogen slechts één volmacht aannemen. De kandidaten staan per partij op één of meer lijsten. Sinds de Eerste Kamerverkiezingen van 2011 is het moeilijker om met voorkeurstemmen in de Eerste Kamer te komen dan voorheen.

4.

Stemwaarde

Niet elk Statenlid heeft een even zware stem. Door 'weging' wordt een relatie gelegd met het inwonertal van de provincie. Het inwonertal (op 1 januari voorafgaand aan de verkiezingen) wordt daarbij gedeeld door het honderdvoud van het aantal Statenleden van de provincie. De uitkomst heet de stemwaarde. In Zeeland had één stem in 2019 bijvoorbeeld een stemwaarde van 98, in Limburg een stemwaarde van 237, en in Zuid-Holland een stemwaarde van 668. De op een partij in Provinciale Staten uitgebrachte stemmen worden vermenigvuldigd met de stemwaarde. De uitkomst van deze som heet stemcijfer.

5.

Kandidaatstelling

De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer vindt volgens de Kieswet plaats in de periode tot en met 25 april. De vereisten voor het lidmaatschap van de Eerste Kamer zijn hetzelfde als voor de Tweede Kamer, maar een lid van de Eerste Kamer mag niet tevens lid van de Tweede Kamer zijn. Ook kunnen Eerste Kamerleden niet tegelijkertijd minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer of procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad zijn.

6.

Kiesdeler

De zetelverdeling in de Eerste Kamer geschiedt met behulp van de kiesdeler. Deze wordt berekend door de som van de stemcijfers van alle provincies te delen door het aantal beschikbare zetels (75).

Voor iedere partij wordt gekeken welk stemcijfer zij in totaal heeft behaald (in feite dus hoeveel stemmen zij heeft gekregen en welke stemwaarde die stemmen hadden). Dat totaal wordt gedeeld door de kiesdeler. De uitkomst van die deling levert het zetelaantal per partij op.

Via de verdeling van restzetels kunnen ook partijen die geen volle zetel hebben behaald alsnog een zetel behalen.

7.

Voorkeurstem

Het is voor Statenleden mogelijk om een voorkeurstem uit te brengen. Dat is de laatste jaren in toenemende mate gebeurd. Om met een voorkeurstem te worden gekozen, is sinds een wijziging van de Kieswet in 2010 de gehele kiesdeler nodig. Daarvoor was slechts een halve kiesdeler nodig. Dat betekende toen dat bijvoorbeeld in de Staten van Zuid-Holland twee stemmen voldoende waren om iemand met voorkeurstemmen in de Eerste Kamer te brengen.

8.

Lijstverbindingen

De mogelijkheid tot het aangaan van lijstverbindingen is door een wijziging van de Kieswet in 2010 geschrapt. Wel komt het voor dat Statenleden, als hun stem toch geen gewicht in de schaal legt voor een het zeteltal van de eigen partij, die stem uitbrengen op een verwante partij.

9.

Deze bijdrage stond in