Niets nieuws onder de zon? De fusie van de PvdA en GroenLinks in vergelijkend perspectief

maandag 15 september 2025, 13:00, Prof.Dr. Gerrit Voerman

Fusies van politieke partijen komen niet uit de lucht vallen.1) Aan het besluit om op te gaan in een nieuwe formatie en de bestaande partijen op te heffen gaat altijd een langdurig proces van voorbereiding vooraf. Dat niet alleen: ook van gewenning. De gedachte dat voor de eigen partij geen toekomst meer is weggelegd, is voor een deel van de leden moeilijk te verteren. Het duurt vaak jaren voordat zij bereid zijn de tekenen des tijds te verstaan, zoals aanhoudend electoraal verlies, een voortdurend teruglopend ledental of een vervagend ideologisch profiel. In het geval van de totstandkoming van het CDA in 1980 vergde het fusieproces en het verdwijnen van de samengaande partijen meer dan dertien jaar. Bij GroenLinks (1990) een jaar of drie. Bij de vorming van de ChristenUnie (2000) duurde het zo’n zes jaar totdat de fuserende beide partijen formeel van het toneel verdwenen waren.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Fusiemodel

Fusies van politieke partijen kosten dus tijd. Zoals het er nu uitziet zal het eenwordingsproces van GroenLinks en PvdA (overigens ook het resultaat van een partijfusie, in 1946) minstens vijf jaar duren. In 2021 besloten hun fracties tot intensieve samenwerking; in juni van dit jaar stemden de leden ermee in dat beide partijen in 2026 zullen samensmelten tot een nieuwe partij. Wanneer daarna de dan 80-jarige PvdA en het 36-jarige GroenLinks formeel worden opgeheven is nog niet duidelijk. Gezien de eerdere partijfusies valt zo’n beslissing betrekkelijk snel na de eenwording – laten we zeggen uiterlijk eind 2027.

In de afgelopen kleine vijftig jaar hebben zich dus drie fusies van in de Tweede Kamer zittende partijen voltrokken, en de vierde is aanstaande. Een analyse van de eerste drie levert een fusiemodel op waarmee het proces van samengaan van PvdA en GroenLinks kan worden vergeleken. Deze fusie in spe komt in enkele opzichten met het model overeen, maar daarnaast zijn er ook drie betekenisvolle afwijkingen.

2.

Ideologische en programmatische nabijheid

Bij een fusie van partijen dienen om te beginnen – het zal niemand verbazen – potentiële fusiepartners in ideologisch en programmatisch opzicht de nodige overeenkomsten te vertonen. Een fusie van VVD met D66 is zeker niet onmogelijk, maar een samengaan met de SP is natuurlijk geheel uitgesloten. Bij de sociaaldemocratische PvdA, dat een zwaarder accent legt op sociale rechtvaardigheid, en het meer ecologistisch ingestelde GroenLinks, met de nadruk op milieu en klimaat, is de inhoudelijke overlap al behoorlijk groot. In de jaren 2021 en 2022 stemden hun Tweede Kamerfracties in bijna 98 procent van de gevallen identiek.2) Programmatisch lijken de PvdA-kiezers “heel sterk“ op die van GroenLinks, aldus politicoloog Matthijs Rooduijn. Al zijn ze doorgaans iets gematigder: wat minder links, wat minder voor het verkleinen van inkomensverschillen en wat minder kosmopolitisch. In sociaal-demografisch opzicht zijn de PvdA-kiezers weliswaar veel ouder dan die van GroenLinks, maar zij verschillen nauwelijks in het (hoge) opleidingsniveau.3)

3.

Electorale neergang

Voor het op gang brengen van het fusieproces zijn – zo laten de historische voorbeelden zonder uitzondering zien – structurele electorale acteruitgang en de daarmee verbonden afkalvende (relatieve) machtsposities, al dan niet in combinatie met een ideologische crisis, de triggers. Die situatie moet zich dan bovendien bij de potentiële fusiepartners in min of meer vergelijkbare mate moeten voordoen. In de jaren tachtig duurde het lang voordat bij klein links (d.w.z. GroenLinks in oprichting) het fusieproces op gang kwam. Dit hing samen met de bepaald niet synchroon verlopende electorale ontwikkeling van de betrokken partijen

Bij de PvdA en GroenLinks was dat bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 daarentegen wél het geval. De sociaaldemocraten verloren in 2017 zwaar en gingen van 38 naar 9 zetels. Het kwam als een grote schok dat in 2021 er zelfs geen begin van herstel volgde: de PvdA bleef op 9 zetels steken. GroenLinks deed het in 2017, deels ten koste van de PvdA, uitstekend: de partij steeg mede dankzij het zogeheten ‘Jesse Klaver-effect’ van 4 naar 14 zetels. In 2021 ging echter bijna de helft verloren: GroenLinks kwam op 8 zetels uit. Daarmee waren beide partijen ongeveer even groot geworden – en rijp voor vergaande samenwerking.4)

PvdA en GroenLinks besloten na de Kamerverkiezingen van 2021 gezamenlijk de onderhandelingen in de kabinetsformatie te gaan voeren. Daarna sloten ze samen een oppositieakkoord, en vormden ze na de Eerste Kamerverkiezingen van mei 2023 een gemeenschappelijke Senaatsfractie. Dat de trein richting fusie vertrokken was, bleek bij de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van november van dat jaar: PvdA en GroenLinks namen met een gezamenlijke lijst deel en vormden daarna één Kamerfractie. Door de val van het kabinet-Schoof begin juni van dit jaar met wederom vervroegde verkiezingen als gevolg, raakte het fusieproces opnieuw in een stroomversnelling. De partijbesturen besloten de leden direct in een referendum de vraag voor te leggen of ze akkoord gingen met de oprichting van een nieuwe partij, waarin GroenLinks en PvdA dan in 2026 zouden moeten opgaan. Een week later bleek, zoals hierboven al vermeld, dat een overgrote meerderheid van de leden hiermee instemde: van de PvdA-leden was 88 procent voor, van de GroenLinks-leden 89 procent.

4.

Samenwerking aan de basis

Electorale neergang en het gevoel politiek gemarginaliseerd te raken, in combinatie met ideologische en programmatische nabijheid waren in de kern bepalend voor de fusie van het CDA, GroenLinks en de ChristenUnie – en ook nu weer bij het aanstaande samengaan van GroenLinks en PvdA. De wijze waarop het huidige eenwordingsproces verloopt, wijkt echter in drie opzichten sterk af van de eerdere fusies. Vanzelfsprekend spelen de partijtoppen bij partijfusies altijd een belangrijke rol. In het geval van de totstandkoming van CDA, GroenLinks en ChristenUnie werd de eenwording mede gedragen door een duurzame beweging van onderop. Deze beweging kreeg met name vorm in de allengs toenemende samenwerking bij verkiezingen op lokaal en provinciaal niveau (zoals lijstineenschuiving en gemeenschappelijke verkiezingsprogramma’s).

Een dergelijke trend aan de basis was bij de toenadering tussen GroenLinks en PvdA veel minder zichtbaar. Pas bij de komende gemeenteraadsverkiezingen in maart volgend jaar werken de afdelingen volop samen – daartoe gestimuleerd door de landelijke partijbesturen.5) Dit is kenmerkend voor het huidige fusieproces: het waren (en zijn) vooral de beide Tweede Kamerfracties en partijbesturen die het fusietraject (achteraf bezien) initieerden en continueerden. Dat gebeurde op zo’n manier dat er eigenlijk zonder gezichtsverlies geen weg meer terug was.

Een belangrijke rol als aanjager was weggelegd voor de interne pressiegroep RoodGroen. Deze bestond uit leden van beide partijen en sympathisanten. RoodGroen poogde bij voortduring de PvdA en GroenLinks tot meer samenwerking en uiteindelijk fusie te bewegen.6) In vergelijking met de totale ledenbestanden was RoodGroen betrekkelijk klein, maar oefende het wel grote invloed uit op de respectievelijke partijbesturen. Deze legitimeerden hun strategie van de stapsgewijze intensivering van de integratieve samenwerking door de partijleden de gelegenheid te geven zich hierover uit te spreken op congressen en via referenda. De ledenaanhang deed dat telkens weer met indrukwekkende meerderheden en bij een aanzienlijke opkomst, maar dat neemt niet weg dat het fusieproces als zodanig vooral van bovenaf geregisseerd werd, in combinatie met het aan de basis opererende, relatief kleine maar wel bijzonder effectieve RoodGroen, dat van meet af aan een fusie nastreefde.

5.

Maatschappelijke pressie

De tweede afwijking van het ‘historische’ fusiemodel betreft steun voor of zelfs pressie op een partijfusie vanuit de samenleving. Geestverwante maatschappelijke organisaties oefenden bij de totstandkoming van het CDA druk uit op de betrokken partijen, zoals in de jaren zeventig de christelijke werkgeversorganisatie NCW en vakbond CNV. Een decennium later, in de aanloop naar de GroenLinkse fusie, pleitten organisaties uit onder meer de vrouwen- en milieubeweging voor ‘een sterke, links-groene formatie’. Dergelijke externe fusie-bevorderende impulsen ontbreken geheel bij de eenwording van PvdA en GroenLinks; hun fusieproces lijkt zich volledig binnen het politieke domein te voltrekken. Dit gebrek aan betrokkenheid van maatschappelijke actoren is vanzelfsprekend weinig bemoedigend: een openlijk engagement van geestverwante organisaties vergroot immers de urgentie van de eenwording en verstevigt de politieke positie van de fusiepartij.

6.

Mogelijke afsplitsingen

Ten slotte lijkt de fusie van GroenLinks en PvdA ook van eerdere af te wijken wat betreft de mogelijkheid van afsplitsingen. Fusies zijn in inhoudelijk opzicht middelpuntzoekende processen. Tegelijkertijd roepen ze per definitie in de betrokken partijen centrifugale krachten op die zich sterk maken voor het behoud van de ideologische en organisatorische integriteit van hun partij en die zich niet voetstoots bij het einde daarvan neerleggen. De totstandkoming van het CDA ging vergezeld van de oprichting van de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Evangelische Volkspartij (EVP), die overigens in 1990 beide in GroenLinks zouden opgaan. De fusie van GroenLinks ging eveneens gepaard met afsplitsingen (die overigens marginaal zouden blijven): de Pacifistisch-Socialistische Partij ’92 (PSP’92) en de Nieuwe Communistische Partij van Nederland (NCPN). Binnen GroenLinks en PvdA verzetten actiegroepen als LinksBoven en vooral Rood Vooruit zich tegen een fusie. De kans dat zij zich afsplitsen en een nieuwe partij oprichten is evenwel miniem; Rood Vooruit heeft al aangegeven niet deze weg te willen inslaan. Daarbij komt dat de electorale perspectieven gering zijn: reeds bestaande partijen als de PvdD en vooral de SP zullen zich kunnen ontfermen over kiezers die zich niet kunnen vinden in een nieuwe ‘verenigd linkse’ partij.

7.

Slot

Tot op zekere hoogte komt het eenwordingsproces van PvdA en GroenLinks overeen met het historische fusiemodel. Met de toegenomen marginalisering van links (waaronder de SP overigens ook lijdt) raakten beide partijen ideologisch en electoraal in het defensief. Door de dreigende teloorgang van vertrouwde (machts)posities hebben zij uiteindelijk voor fusie gekozen en daarmee onontkoombaar voor de opheffing van de eigen organisatie. Anders dan CDA, GroenLinks en ChristenUnie kenden PvdA en GroenLinks echter geen lange traditie van brede electorale samenwerking op sub-nationaal niveau waarop kon worden voortgebouwd in de richting van eenwording. Bij de drie eerdere fusies was het samengaan op nationaal niveau het sluitstuk van het fusieproces. Bij PvdA en GroenLinks voltrok dit zich opmerkelijk genoeg al aan het begin. Dit gebeurde eerst in de vorm van nauwe samenwerking van hun Tweede Kamerfracties in 2021. In 2023 volgde de integratie van beide fracties, vlak na de totstandkoming van hun gemeenschappelijke Senaatsfractie. Daarna werden de afdelingen gestimuleerd zoveel mogelijk met een gemeenschappelijk programma en een gezamenlijke kandidatenlijst aan de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026 deel te nemen. Het eenwordingsproces binnen de PvdA en GroenLinks werd sterk gestuurd door de interactie tussen de partijbesturen en RoodGroen. Het had daardoor al met al meer een top-down-karakter dan bottom-up, ook al hadden de leden de mogelijkheid zich op ledencongressen en in referenda uit te spreken. Een min of meer organische aanloop naar de fusie in de vorm van langdurige sub-nationale electorale samenwerking ontbrak immers; de samenwerking van de fracties naar de Kamerverkiezingen van 2021 viel uit de lucht.

Een tweede afwijking van het fusiemodel is dat de betrokkenheid van geestverwante organisaties, zoals die eerder zichtbaar was bij het CDA en GroenLinks, ver te zoeken is. De aanstaande fusie van PvdA en GroenLinks voltrekt zich in een maatschappelijk vacuüm.

Wat het overwegend top-down verlopen fusieproces en het ontbreken van maatschappelijk engagement betekent voor de cohesie van de nieuwe fusiepartij moet worden afgewacht. Afsplitsingen zoals het CDA en GroenLinks die meemaakten liggen (als derde afwijking van het model) niet voor de hand. Van een substantiële electorale bonus, waarop bij elke partijfusie wordt gehoopt, is het tot nu toe niet gekomen. Natuurlijk ging de combinatie GroenLinks/PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 er met acht zetels winst behoorlijk op vooruit ten opzichte van 2021, maar de 25 behaalde zetels verbleken toch bij bijvoorbeeld de 42 zetels die zij in 2012 gezamenlijk verwierven – en de actuele peilingen laten weinig verandering zien. Dit kan te maken hebben met het feit dat beide partijen voor zover bekend niet hebben geprobeerd een attractieve lijsttrekker van buiten hun organisaties te zoeken. Ook dat is een wetmatigheid bij partijfusies: CDA, GroenLinks en ChristenUnie kozen voor een interne kandidaat, die in twee van de drie gevallen verlies moest incasseren. Zo bezien heeft Frans Timmermans het in 2023 niet eens zo slecht gedaan.

Zie over partijfusies:

G. Voerman, ‘Partijfusies in Nederland. Een vergelijkend seismologisch onderzoek’, in: idem (red.), Jaarboek 1991 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen, 1992), 123-148.

H.-M.T.D. ten Napel, ‘Een eigen weg.’ De totstandkoming van het CDA (1952-1980) (Kampen 1992).

Paul Lucardie, Wijbrandt van Schuur en Gerrit Voerman, Verloren illusie, geslaagde fusie? GroenLinks in historisch en politicologisch perspectief (Leiden 1999)

Gerrit Voerman, ‘Een fusie in drie bedrijven. De moeizame totstandkoming van GroenLinks’, in: Paul Lucardie en Gerrit Voerman (red.), Van de straat naar de staat. GroenLinks 1990-2010 (Amsterdam, 2010), 37-61.

Joop Hippe, ‘Aanvallen en verdedigen. Het GPV en de RPF op weg naar de ChristenUnie (1994-2000)’, in: Joop Hippe en Gerrit Voerman, red., Van de marge naar de macht. De ChristenUnie 2000-2010 (Amsterdam, 2010), 71-89.

8.

Deze bijdrage stond in