EU na verkiezingsjaar 2017: nieuw kabinet moet nieuwe kansen benutten

Met dank overgenomen van Montesquieu Instituut (MI), gepubliceerd op donderdag 5 oktober 2017, 9:14.
Auteur: mw Christine Helder
v.l.n.r.: Kathalijne Buitenweg, Michèle de Waard, Mathieu Segers en debatleider Max van Weezel

De verschillende verkiezingsuitslagen hebben de machtsverhoudingen in Europa veranderd, maar bieden ook kansen voor Nederland. 'De Nederlandse verkiezingen waren de kwartfinale, de Franse verkiezingen de halve finale en de Duitse verkiezingen de finale van het Europese verkiezingsjaar 2017,' zo luidde moderator Max van Weezel het debat in dat gisteren plaatsvond.

'Er heerst een sfeer van opwinding in Europa', beaamde ook Mathieu Segers in zijn inleiding op het debat. Duitsland is geschokt en bang nu het rechts-populistische AfD de Bondsdag betreedt. De grote vraag is hoe Merkel haar nieuwe Europese beleid gaat vormgeven nu euroscepsis ook in Duitsland steeds steviger voet aan de grond krijgt. Vertrouwt ze haar eigen volk nog? Is de Frans-Duitse as in gevaar? Het panel, dat verder bestond uit Kathalijne Buitenweg en Michèle de Waard, ging onder leiding van Max van Weezel met elkaar in debat over de nieuwe machtsverhoudingen in Europa na verkiezingsjaar 2017.

De panelleden hebben bewondering voor bondskanselier Merkel. 'Ze is pragmatisch, maar ook principieel als ze dat nodig vindt', legt Michèle de Waard uit. Daarmee dwingt ze de EU tot nadenken. Ook Macron krijgt lof van het panel voor zijn toespraak over de toekomst van Europa, waarin hij voor grote hervormingen pleitte in de EU. 'Macron heeft in zijn toespraak laten zien dat de EU de soevereiniteit van staten kan ondersteunen in plaats van ondermijnen', aldus Kathalijne Buitenweg.

Deze werkelijkheid wordt nog vaak niet gezien volgens het panel. Burgers voelen zich niet beschermd door de EU, die gericht is op het bedrijfsleven en de vrije markt. Deze economische belangen botsen echter met andere belangen, en daarom moet de EU hervormen. 'De EU heeft lange tijd teveel gedaan alsof', benadrukt Segers. Praktische zaken worden door de EU geregeld, maar dat is geen politiek bedrijven. De EU baseert haar beleid op het subsidiariteitsbeginsel, maar dit beginsel is helemaal niet objectief, zoals vaak beweerd wordt. Daarom zijn (sociale) hervormingen noodzakelijk in de EU, concluderen de panelleden. Maar wie moet hierin het voortouw nemen?

Duitsland wordt vaak gezien als de informele leider van Europa, maar Merkel zal zich nu meer met binnenlandse problemen moeten bezighouden. Macron is in die zin voortvarender dan Merkel, die juist meer de kat uit de boom kijkt. Over veel praktische en Europese zaken zijn de landen het oneens, en dat is problematisch. De Frans-Duitse as bestaat echter doordat beide landen proberen om begrip voor elkaar op te brengen. Om de relatie in stand te houden, hebben ze daarnaast vrienden nodig, zoals de Benelux-landen.

Hier liggen de kansen voor Nederland. Door de Brexit is Nederland straks de nieuwe buitenpartner van continentaal Europa. Bovendien brengt de Brexit Nederland terug bij de ‘kleine zes’, de kern van de EU. Nederland moet mee blijven praten in Europa, en dit ook naar ‘de gewone man’ communiceren. Er is namelijk een kloof ontstaan tussen retoriek en handelen, in het Europese beleid van Den Haag. Als het om Europa gaat, kijkt Rutte naar de Britten, maar intussen volgt hij Duitsland en Frankrijk. Duitsland en Frankrijk erkennen terecht dat de EU niet alleen een economisch project is, maar ook een politiek project. Voor Nederland is het cruciaal om mee te blijven doen aan dit politieke project. De huidige verhoudingen bieden Nederland de kans om hierin vooraan te lopen, maar het is aan het nieuwe kabinet om die kans daadwerkelijk te benutten.