In alle staten

maandag 25 maart 2019, 13:00, Prof.Dr. Bert van den Braak

Rutte handhaaft zich, onrust bij het CDA, problemen op de flanken en provinciale versnippering. Na de provinciale statenverkiezingen wordt, zowel in Den Haag als in de provinciehoofdsteden, de eerste balans opgemaakt. Terwijl de rust na de aardverschuiving terugkeert, tekenen de gevolgen zich al af.

Het landelijke beeld

Niet onbetekend is dat de VVD zich, ondanks de grote winst van FvD, redelijk heeft gehandhaafd. Er leek enige 'sleet' te zitten op het leiderschap van premier Rutte. Als de VVD sterk had geleden onder de opkomst van Forum dan had dat vast de onrust in eigen gelederen aangewakkerd. De klimaatplannen hebben de liberalen geen groot zetelverlies bezorgd.

Onrust is eerder te verwachten bij het CDA, omdat die partij juist de koers leek te gaan verleggen naar 'links'. Vraag is of die beweging nu wel ten volle zal worden gemaakt. Veel zal afhangen van de ontvangst van de uitgewerkte klimaatplannen van het kabinet in de eigen achterban. Een wisseling van leiderschap op termijn is niet onwaarschijnlijk (met Wopke Hoekstra als nieuwe eerste man).

Problemen zijn er wellicht wel voor PVV en SP. De SP maakte in enkele provincies deel uit van het college van gedeputeerde staten. Die bestuurlijke inbreng is niet beloond, net zomin echter als de oppositie tegen Rutte. Wat dit voor de toekomstige koers zal betekenen, valt moeilijk te voorspellen. De positie van Lilian Marijnissen is niet bedreigd.

Het vaak gehoorde geluid dat de PVV over haar hoogtepunt heen is, lijkt steeds meer bewaarheid te worden. Forum blijkt voor veel kiezers aantrekkelijker dan een puur anti-islampartij. Daarmee is de PVV op dood spoor te komen, voorzover dat al niet het geval was. Vraag is natuurlijk wel hoe groot de kans is dat FvD wél in staat is om tot regeermacht te komen. Het optreden in de laatste campagnedagen zal de bereidheid van andere partijen om samen te werken niet hebben bevorderd.

Het provinciale beeld

De verdere versnippering van het politieke landschap is in de provincie erg zichtbaar. Alleen in de 55 leden tellende Staten van Zuid-Holland en van Noord-Brabant zijn fracties van elf, respectievelijk tien zetels. In Zeeland is het CDA met slechts zeven van de 39 zetels de grootste, in Groningen hebben de drie grootsten (Forum, PvdA en GroenLinks) maar vijf zetels.

Zoals ook de afgelopen periode al het geval was, zullen er veel breed samengestelde coalities nodig zijn om tot meerderheidscolleges te komen. Die colleges worden noodgedwongen steeds meer afspiegelingscolleges van middenpartijen. De meeste partijen zullen daarbij slechts één gedeputeerde leveren. Een geluk is dat het dualisme ervoor zorgt dat dit niet 'ten koste gaat' van de toch al kleine(re) fractie(s).

Juist in de provincies zal moeten blijken of FvD de gelegenheid krijgt om te gaan 'regeren'. In bijvoorbeeld Flevoland en Zuid-Holland moet zij als grootste de onderhandelingen op gang brengen.

Net als landelijk geldt echter dat de middenpartijen samen nog steeds over een flinke meerderheid beschikken, zeker als de SP bereid blijft zich constructief op te stellen. Als FvD niet meedoet, rijst temeer de vraag hoe zichtbaar zij provinciaal zal blijken te zijn. Dat dit veel afdoet aan de landelijke populariteit is overigens niet te verwachten.

Het landeliijke en provinciale beeld valt in die zin samen dat naar mate middenpartijen meer gedwongen worden samen te werken er ook steeds meer plaats kan komen voor een oppositionele 'buitenstaander'. Er was bij de verkiezingen van 20 maart opnieuw enige groei te zien van dit 'anti-gevestigde partijen-sentiment'. Vraag is of de grens daarvan (al) is bereikt.

Bert van den Braak is hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel aan de Universiteit van Maastricht. Tevens is hij als onderzoeker verbonden aan het Parlementair Documentatiecentrum (PDC).

Deze bijdrage stond in