N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stemmen op de leider? Het belang van lijsttrekkers in Nederland
Met nog een paar weken te gaan tot de verkiezingen is er geen ontkomen aan de lijsttrekkers. In talkshows, dagbladen, op TikTok en Instagram: ze zijn alomtegenwoordig. Campagnes draaiden altijd al deels om de persoon – van ‘laat Lubbers zijn karwei afmaken’ in 1986, ‘Kies Kok’ in 1994, tot ‘Betrokken, Betrouwbaar, Balkenende’ in 2003 – maar de personalisering in de politiek is sindsdien verder toegenomen. Het enorme succes van het net opgerichte NSC bij de verkiezingen in 2023 hing sterk samen met de populariteit van Pieter Omtzigt. Ook de monsterzeges van Forum voor Democratie en BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 en 2023 vielen vooral toe te schrijven aan respectievelijk ‘new kids on the block’ Thierry Baudet en Caroline van der Plas. Je zou haast gaan denken dat kiezers in ons land inmiddels in grote mate vallen voor ‘de leider’. Maar hoe belangrijk is die lijsttrekker daadwerkelijk voor de stemkeuze van kiezers in Nederland?
Onderzoek toont aan dat partijleiders en de hen toegedichte eigenschappen inderdaad een belangrijke en directe rol kunnen spelen in het mobiliseren van kiezers om te gaan stemmen en dus in het verklaren van partijvoorkeuren en stemgedrag.1) Deze invloed heeft niets met de inhoud te maken. Onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat in het kiesgedrag het uiterlijk van leiders, en dan met name hun gezicht, ertoe doet. In een studie gepubliceerd in Science2) lieten onderzoekers aan Zwitserse kinderen foto’s zien van kandidaten uit parlementsverkiezingen in Frankrijk, zonder enige inhoudelijke context. De opdracht was eenvoudig: kies wie je als kapitein van een schip zou willen. Zowel kinderen als volwassenen kozen in meer dan 70% van de gevallen het gezicht van de kandidaat die de verkiezing ook daadwerkelijk had gewonnen. Dit resultaat is inmiddels in talloze studies bevestigd. Snelle oordelen (binnen 100 milliseconden!) over de persoonlijkheidskenmerken en kwaliteiten van politieke kandidaten uitsluitend gebaseerd op hun uiterlijk, kunnen hun electorale succes voorspellen.3)
In een van onze eigen studies4) hebben we onderzocht of het uiterlijk van leiders er in alle politieke systemen evenveel toe doet. We hebben daarbij een onderscheid gemaakt tussen landen met een meerderheidsstelsel (zoals het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten) en representatieve democratieën (zoals Nederland). In systemen met een meerderheidsstelsel zijn verkiezingen sterk gepersonaliseerd, want de leider van de winnende partij wordt (bijna altijd) ook de president of premier. Onze data laten zien dat in deze systemen het uiterlijk van de kandidaat inderdaad in sterke mate samenhangt met electoraal succes. Maar in representatieve democratieën ligt dat anders. De uiteindelijke macht wordt daar verdeeld via coalitievorming. De individuele leider die in campagnetijd de uiteindelijke grootste partij aanvoert wordt niet automatisch ook de premier – met Dick Schoof als recent voorbeeld van waar zo’n systeem toe kan leiden. In landen met een dergelijk systeem bleek het uiterlijk van de lijsttrekkers nauwelijks voorspellende waarde te hebben. 4)
Een tweede studie lijkt deze resultaten voor Nederland te bevestigen. In de aanloop naar de vorige Tweede Kamerverkiezingen in 2023 hebben wij in het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) aan duizenden Nederlandse kiezers gevraagd in hoeverre de partijleider doorslaggevend is bij het bepalen van hun stem. 5) Hieruit blijkt dat de meeste Nederlanders zich bij die verkiezingen in hun keuze niet primair lieten leiden door wie de lijst aanvoert. Slechts een kleine minderheid (minder dan 10%) gaf aan de lijsttrekker belangrijker te vinden dan het partijprogramma. Ongeveer een derde vond de leider en het programma even belangrijk, en een duidelijke meerderheid plaatste het programma bovenaan. Daarbij was het belang van de persoon van de leider niet voor elke kiezer gelijk.
Kiezers van partijen als de VVD, PVV en NSC hechtten in 2023 relatief meer waarde aan de persoon in kwestie dan kiezers van partijen als GL-PvdA, Volt of D66, die gemeenschappelijke idealen en het partijprogramma belangrijker vonden. Ook jongere en lager opgeleide kiezers bleken gemiddeld iets gevoeliger voor de persoon dan oudere kiezers of hoger opgeleiden. Bovendien bleek dat kiezers in 2023 duidelijke voorkeuren hadden voor bepaalde eigenschappen van een partijleider: betrouwbaarheid en deskundigheid werden door kiezers als de belangrijkste eigenschappen genoemd. Minder belang werd gehecht aan ‘inspirerend’ leiderschap of charisma – eigenschappen die in de media juist uit en te na worden gepresenteerd als zijnde belangrijk.
Bij de verkiezingen in 2023 vertrokken bekende kopstukken als Mark Rutte en Sigrid Kaag, en voerden veel nieuwe, verandering belovende leiders de boventoon. Toch baseerden Nederlandse kiezers hun stem voornamelijk op inhoudelijke gronden. Of dat op 29 oktober aanstaande weer het geval zal zijn, staat nog te bezien natuurlijk. Maar voor een zeer groot deel zijn de namen van de leiders onveranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Bovendien zijn er dit keer geen opvallende nieuwe kopstukken die à la Omtzigt of Baudet de belofte van een ‘frisse en andere’ leider met zich meebrengen.
De resultaten uit het NKO van 2023 suggereren dat inhoud en programma voor kiezers straks op 29 oktober mogelijk opnieuw zwaarder zullen wegen dan de persoon van de lijsttrekker. Dat zou alleen maar toe te juichen zijn, al was het maar omdat onderzoek ook overduidelijk aantoont dat het uiterlijk van leiders weliswaar voorspelt of ze gekozen worden, maar niets zegt over hun daadwerkelijke kwaliteiten of effectiviteit.6);7) Na twee jaar van afwezigheid van een stabiel landsbestuur is goed leiderschap urgenter dan ooit. Daarom is het te hopen dat kiezers hun stem laten bepalen door de inhoud – en juist deskundige leiders volgen die voor die inhoud staan.
Janka I. Stoker, Harry Garretsen en Maite Laméris zijn verbonden aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen
-
1.Fereirra da Silva, F., Garzia, D. & De Angelis, A. (2021). From Party to Leader Mobilization? The Personalization of Voter Turnout. Party Politics, vol. 27, pp. 220-233.
-
2.Antonakis, J., & Dalgas, O. (2009). Predicting elections: Child's play!. Science, 323(5918), 1183-1183.
-
3.Olivola, C. Y., & Todorov, A. (2010). Elected in 100 milliseconds: Appearance-based trait inferences and voting. Journal of nonverbal behavior, 34(2), 83-110.
-
4.Garretsen, H., Stoker, J., Alessie, R. J., & Lammers, J. (2014). Simply a matter of luck & looks? predicting elections when both the world economy and the psychology of faces count.
-
5.Laméris, M., Garretsen, H., & Stoker, J. I. (2023). Het belang van politiek leiders. In De verkiezingen van 2023: Van onderstroom naar doorbraak: onvrede en migratie (pp. 171-176). DPES.
-
6.Stoker, J. I., Garretsen, H., & Spreeuwers, L. J. (2016). The facial appearance of CEOs: Faces signal selection but not performance. PloS one, 11(7), e0159950.
-
7.Wyatt, M., & Silvester, J. (2018). Do voters get it right? A test of the ascription-actuality trait theory of leadership with political elites. The Leadership Quarterly, 29(5), 609-621.