Wie houdt haar tegen?

maandag 6 oktober 2025, 13:00, Rozemarijn van Dijk

Dit weekend werd bekend dat het zeer aannemelijk is dat Sanae Takaichi Japans eerste vrouwelijke premier wordt. In Nederland zal dat voorlopig nog niet gebeuren. Ons land heeft nog nooit een vrouw als minister-president gehad. Terwijl elders in Europa vrouwelijke leiders inmiddels heel gewoon zijn.1) Sinds 1946 hebben bijna alle Europese landen wel eens een vrouwelijke regeringsleider gehad. Zwitserland spant de kroon, met maar liefst zeven vrouwen die het hoogste politieke ambt hebben bekleed.2) Nederland daarentegen bungelt onderaan het lijstje, samen met onder andere Spanje, Luxemburg, Tsjechië en Andorra.

Hoe komt dat? Formeel kiezen we in Nederland natuurlijk geen regeringsleider. Sinds de jaren '80 is de premier doorgaans wel de lijsttrekker van de grootste partij die na de verkiezingen een coalitie weet te vormen (Dick Schoof is natuurlijk de uitzondering die de regel bevestigt). De kansen op een vrouwelijke premier zullen dan ook toenemen als we meer vrouwelijke lijsttrekkers hebben.

Vrouwen aan het roer: hoe vaak komt het voor?

Er zijn wel degelijk vrouwelijke lijsttrekkers in Nederland, maar ze blijven sterk in de minderheid. De eerste vrouwelijke lijsttrekker was Ria Beckers, die in 19773 de lijst van de Politieke Partij Radikalen aanvoerde.3) Nu, bijna 50 jaar later, leiden vrouwen acht van de 27 partijen. Als we kijken naar partijen die volgens de Peilingwijzer (van 30 september) daadwerkelijk kans maken op een zetel, dan zakt dat aantal naar vijf: Bikker, Ouwehand, Van der Plas, De Vos en Yeşilgöz. Geen van de drie grootste partijen in de peilingen heeft op dit moment een vrouwelijke lijsttrekker.

Toch zit er wel een opwaartse beweging in. Door de jaren heen zien we een licht stijgende trend in het aantal vrouwelijke lijsttrekkers, al is van pariteit nog lang geen sprake. Het aandeel vrouwelijke lijsttrekkers schommelt sinds de jaren ‘80 grofweg tussen de 0 en 33 procent. Een uitschieter was 2021: toen stonden maar liefst 10 vrouwen bovenaan de kieslijst. Na de verkiezingen zaten er bovendien acht vrouwelijke partijleiders in de Tweede Kamer.

 
Lijndiagram: aantal vrouwelijke lijsttrekkers 1986-2025. Groene lijn toont alle partijen, oranje gestippelde lijn toont verkozen lijsttrekkers in Tweede Kamer. Piek in 2021 met 10 vrouwelijke lijsttrekkers totaal en 8 verkozen. In 2025 daling naar 8 totaal en 5 verkozen.

De hofleveranciers van vrouwelijke leiders

Sommige partijen leveren vaker vrouwelijke lijsttrekkers dan andere. De Partij voor de Dieren is de duidelijke hofleverancier: alle acht verkiezingen werd de partij geleid door een vrouw. Ook GroenLinks doet het goed met zes vrouwelijke lijsttrekkers in de geschiedenis van de partij (en als we haar voorlopers meetellen nog veel meer). Er zijn ook partijen in de huidige Tweede Kamer die nog nooit geleid zijn door een vrouw, denk aan PVV, CDA, Denk, Volt, JA21 en, niet geheel verrassend, SGP.

 
Horizontale staafdiagram: aantal vrouwelijke lijsttrekkers per partij 1986-2025. PvdD heeft met 8 keer verreweg de meeste vrouwelijke lijsttrekkers gehad, gevolgd door GroenLinks met 6 keer. PPR en BBB hadden er 4, diverse partijen 2 of 3 keer, en vele kleine partijen 1 keer.

Waarom is het eigenlijk belangrijk?

Waarom zouden we ons eigenlijk druk maken over het aantal vrouwelijke lijsttrekkers, buiten dat het de kans op een vrouwelijke premier vergroot? Heel simpel: het straalt uit welke mensen macht hebben in Den Haag. Hoewel vrouwen inmiddels steeds beter vertegenwoordigd worden in de Tweede Kamer (bijna 40% van de Kamerleden is vrouw), blijft de vooruitgang op de hoogste plek achter. Dat is problematisch, want partijleiders zijn hét gezicht van de politiek. Ze treden op in tv-debatten, bepalen de toon van campagnes en vertegenwoordigen de politieke macht. Als vrouwen daar ontbreken, wordt impliciet het signaal afgegeven dat de hoogste functies niet voor vrouwen zijn weggelegd.

Daarmee verdwijnt een belangrijk rolmodeleffect. Zichtbare vrouwelijke leiders tonen aan dat vrouwen net zo goed kunnen leiden als mannen; een belangrijke boodschap die essentieel is om ook jonge vrouwen te motiveren om de politiek in te gaan.

Daarnaast blijkt uit onderzoek dat partijen die geleid worden door een vrouw ook vaker vrouwen op de kandidatenlijst hebben staan. Vrouwelijke lijsttrekkers kunnen dus een vliegwiel zijn voor een betere vertegenwoordiging van vrouwen. Tot slot weten we uit onderzoek dat vrouwelijke leiders vaak positiever worden beoordeeld door kiezers; een positiever beeld van de politiek kan in deze tijd geen kwaad.

Een opmerkelijke verschuiving: vrouwen bij uiterst rechts

Een opvallende trend bij de komende verkiezingen is dat juist op de uiterst rechterflank een nieuwe vrouwelijke lijsttrekker is verschenen. Lidewij de Vos nam de plaats van Thierry Baudet in bij Forum voor Democratie. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien verrassend, maar er schuilt mogelijks ook strategie achter. Onderzoek laat namelijk zien dat partijen met een vrouwelijke leider door kiezers vaak als gematigder worden gezien. Bovendien blijkt dat populistische, radicaal-rechtse partijen vaker vrouwen rekruteren, om op die manier nieuwe kiezersgroepen aan te spreken. Bijvoorbeeld vrouwen die zich eerder niet tot zulke partijen aangetrokken voelden, ook wel ‘pinkwashing’ genoemd. Kortom, het kan dus een bewuste keuze zijn geweest om het imago van een partij bij te stellen.

Tot slot

Nederland heeft nog nooit een vrouwelijke premier gehad en het zal waarschijnlijk ook dit jaar niet gebeuren. Als vrouwen minder vaak lijsttrekker zijn, blijft de kans op een vrouwelijke regeringsleider klein. Het is dus noodzakelijk om te kijken wie de positie van lijsttrekker bepaalt. Dat is de politieke partij. Kiezers lijken in ieder geval geen afkeer te hebben van vrouwelijke partijleiders, dus dat kan geen excuus zijn. Het is tijd om de vraag “waar blijft de vrouwelijke premier?” te veranderen naar “wie houdt haar tegen?”

Rozemarijn van Dijk is postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Göteborg. In haar proefschrift, verdedigd aan de Universiteit Antwerpen, onderzocht zij de rol van politieke partijen in de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de Nederlandse politiek.

  • 1) 
    Met regeringsleider bedoel ik premiers, kanseliers of presidenten met uitvoerende macht, niet ceremoniële staatshoofden. Die hebben we in Nederland dan weer wel gehad.
  • 2) 
    Best ironisch, aangezien Zwitserland het laatste Europese land was dat het algemeen vrouwenkiesrecht regelde. Pas in 1991(!) hadden alle Zwitserse vrouwen in alle verkiezingen stemrecht.
  • 3) 
    Ria Beckers was overigens niet de eerste vrouwelijke partijleider, dat is Lizzy van Dorp die in 1922 als eenvrouwsfractie de Liberale Partij leidde.

Deze bijdrage stond in