De NAVO-top als Pyrrusoverwinning?

maandag 30 juni 2025, 13:00, mw Laurien Crump

Na twee dagen koorddansen tijdens de NAVO-top in Den Haag, haalt men over het algemeen opgelucht adem. De Amerikaanse president Trump was aanwezig en bijzonder goedgeluimd, de VS zijn binnenboord gebleven, en de eenheid van de NAVO is – enkele Spaanse strubbelingen daargelaten – min of meer intact. Ook de slotverklaring geeft op het eerste gezicht reden tot optimisme: de ‘blijvende steun’ aan Oekraïne wordt expliciet genoemd, de toewijding aan artikel 5 van wederzijdse verdediging wordt benadrukt, en ‘de bondgenoten’ committeren zich aan het spenderen van 3,5% van het BBP aan defensie en 1,5% aan defensie-gerelateerde zaken. De stijging van 2% naar in het totaal 5% is inderdaad 'historisch' en de opluchting over de continuering van de steun aan Oekraïne is terecht. Daardoor blijft echter een ander, fundamenteler, aspect van de slotverklaring volledig onderbelicht.

Het was tot nu toe gebruikelijk om in de slotverklaringen niet alleen artikel 5, maar ook artikel 1 van het NAVO-verdrag te onderstrepen. Daarin worden de verplichtingen van de NAVO in het kader van ‘internationale vrede en veiligheid en rechtvaardigheid’ alsmede de doelstellingen van de Verenigde Naties beklemtoond. In de slotverklaringen van de afgelopen jaren kwamen deze bewoordingen expliciet terug in de eerste alinea(’s), vaak nog geëxpliciteerd door verwijzingen naar mensenrechten, de ‘rules-based international order’ en de aard van de NAVO als ‘defensief’ bondgenootschap. De woorden vrede, (internationaal) recht, mensenrechten, regels, de Verenigde Naties en defensief ontbreken in deze slotverklaring. Dat is pas echt een opvallende afwijking in vergelijking met voorgaande slotverklaringen.

Met een Amerikaanse president die NAVO-bondgenoten Canada en Groenland het liefst zo snel mogelijk zou inlijven, de Gazastrook ziet als mogelijke Rivièra van het Midden-Oosten en Poetin niet als agressor van de oorlog in Oekraïne bestempelt, is deze omissie natuurlijk geen toeval. De zogeheten ‘rules-based order’, die na de Tweede Wereldoorlog mede door de Amerikanen is opgetuigd, brokkelt in razendsnel tempo af. Terwijl Trump niet onder stoelen of banken steekt weinig affiniteit met internationaal recht te hebben, zijn ook vele NAVO-leiders medeplichtig door de humanitaire catastrofe in de Gazastrook geen genocide te noemen, terwijl dat inmiddels door experts stevig is onderbouwd, en door de recente Amerikaanse en Israëlische bombardementen in Iran niet te veroordelen als schending van internationaal recht. Juist daarom baart het extra zorgen dat deze slotverklaring zelfs geen lippendienst bewijst aan de internationale rechtsorde.

Dit is des te problematischer in het kader van de sterk stijgende defensie-uitgaven. Met een immer agressiever Rusland en een immer onbetrouwbaardere VS is het vredesdividend van na de Koude Oorlog inderdaad op en moet er een inhaalslag gemaakt worden. Maar aan welke ethische en morele criteria worden deze investeringen getoetst als internationaal recht en mensenrechten naar de achtergrond verdwijnen? Waar blijft onze vrijheid, als de ‘rules-based order’, die daarvan al tachtig jaar het fundament vormt, schittert in afwezigheid? Waar gaat ons geld naar toe als vrede, rechtvaardigheid en mensenrechten geen expliciete doelstellingen meer zijn? Wat betekent het dat Rutte als NAVO-baas bij de conclusie van de NAVO-top heeft gezegd dat de alliantie niet alleen ‘sterker en eerlijker’, maar ook ‘dodelijker’ is geworden? Is de moraal niet langer dubbel, maar volledig zoek?

We hebben de afgelopen maanden al gezien wat er gebeurt als de Amerikaanse president, de facto de leider van de NAVO, alle ethische normen aan zijn laars lapt. De Russische aanvallen op Oekraïne worden na ieder telefoontje tussen Poetin en Trump alleen maar heftiger, de inwoners van Gaza komen in groten getale om, en Amerika zelf koerst in sneltreinvaart richting een autocratie. Ondertussen werd de NAVO-top voor Trump een platform om zichzelf te bewieroken en onwelgevallige media – op Nederlandse bodem – de grond in te boren. Dat er ongebreidelde vleierij, een misselijkmakend tekstbericht en een overnachting op Huis ten Bosch voor nodig zijn om Trump gunstig te stemmen, is wellicht onvermijdelijk. Maar dat de slotverklaring van de NAVO indirect de erosie van internationaal recht lijkt te sanctioneren, is angstaanjagend.

Het ongekwalificeerde triomfalisme over de NAVO-top is daarom misplaatst. Artikel 5 staat voor het moment overeind, maar artikel 1 is buiten beeld geraakt. Er was waarschijnlijk geen alternatief gezien de vereiste unanimiteit, maar juist dat spreekt boekdelen. Trump is binnenboord, maar hij heeft het Trojaanse paard van wetteloosheid de NAVO binnengesmokkeld. De slotverklaring van deze NAVO-top heeft de ‘rules-based international order’ impliciet ten grave gedragen. Dit is geen moment om opgelucht adem te halen. Dit is een moment om alle zeilen bij te zetten en ons te gaan herbezinnen op de fundamenten van de NAVO. Juist met de extra investeringen in defensie weegt deze opgave extra zwaar. Laten we hopen dat de politici van de individuele lidstaten, Nederland incluis, artikel 1 er even bij pakken als ze de doelen bepalen voor de extra defensie-uitgaven. We moeten scherp op het netvlies hebben wat we precies verdedigen. Zo kunnen we nog voorkomen dat deze NAVO-top de geschiedenisboeken ingaat als een Pyrrusoverwinning.

Laurien Crump is onderzoeker en buitenlandexpert aan het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen

Deze bijdrage stond in